Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur

GKv Middelharnis https://gkvmiddelharnis.nl

Als alles duister is

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus,

I

“Het is makkelijker over zonde te preken, dan over genade.” Dit zei eens een collega predikant van mij en het schoot me bij de voorbereiding van Micha 7 te binnen. Hij zei het niet trots, maar met schroom. Hij merkte dat hij zoveel makkelijker de zonde kon benoemen en omschrijven, maar zoveel meer moeite had om de genade van God in al zijn glorie te laten schijnen. We zijn vertrouwd met onze fouten, vertrouwd met het omschrijven van onze fouten, ja dat gaat ons goed af.

Cliché maar niet minder waar: een serie of film zonder geweld, intriges en affaires is geen interessant kijkmateriaal. De mens zwelgt in misdaad. En het is al zo oud als de weg naar Rome, deze zucht naar sensatie. Augustinus sprak in zijn dagen — 400 jaar na Christus — over de theaters waar ook elke vorm van wangedrag werd nagespeeld door toneelspelers. Hij ging er voor zijn bekering ook graag heen. Psalm 36 bezingt het mooi “de zonde spreekt haar vleiend woord.” De zonde is verleidelijk, en we kijken vooral graag op een afstandje mee hoe — al dan niet geacteerd — anderen een puinzooi maken van hun leven of dat van anderen.

Nog één voorbeeld voor ik verder ga. Deze week was er een of andere stoere rapper in het nieuws die ik niet ken, maar hij kwam in het nieuws omdat hij bereid was geweest zijn maten erbij te lappen zodat hij zelf vrijgesproken werd van het deelnemen aan een criminele bende. Hij sprak tijdens de rechtszaak zijn spijt uit en zei: “Ik heb veel fouten gemaakt in mijn leven, maar dat maakt me nog geen slecht persoon.” Een bijzondere opmerking. De Bijbel zou hebben gezegd: het feit dat je ook wel eens goede dingen doet, maakt je nog geen goed persoon.

Hij noemt zichzelf geen slecht persoon, maar zijn nummer 1 hit op YouTube die inmiddels een MILJARD keer beluisterd is, bezingt hoe hij de vrouw van een ander wil afnemen, haar man wel zou willen doodschieten om met haar de liefde te kunnen bedrijven. Hij noemt die vrouw een dochter van Lucifer, een duivelse vrouw, die toch niets anders zou moeten doen dan heel vies zijn. En dan heb ik het nog niet gehad over de grootste hit op YouTube met inmiddels 6,5 miljard clicks, en in 2017 zomerhit in Nederland, Despacito getiteld, waarin de tekst evenmin vrouwvriendelijk is en seks bezingt als het hoogste goed.

Samenvattend: Over zonde praten is niet moeilijk omdat het overal is; we kijken er zelfs graag naar en in liedjes mag alles bezongen worden. Zonde is er overal, dat is helaas ook de slotsom van Micha. Als Hij om zich heen kijkt, ziet hij alleen maar bederf. De mens is onverbeterlijk.

II

Wel gek eigenlijk, nu ik hierover langer nadenk dat we graag kijken naar zaken waar we in het echt niet mee zouden willen geconfronteerd worden. We kijken naar zaken die we zelf nooit hopen mee te maken. Want wie zelf hoofdpersoon is in gebrokenheid en zonde, kent de smaak van de dood die over al dit soort zaken hangt. Het leven wordt uit je gezogen en de boeien van schuld, schaamte en wroeging achtervolgt je. Waar Gods bedoeling met de wereld wordt losgelaten, daar tref je puinhopen van veelal onomkeerbare afbraak. Mensenlevens gaan er letterlijk en figuurlijk kapot aan. Toch zien we dat van te voren vaak niet in, ook niet met al onze kijkervaring.

We moeten het vaak eerst zelf ondervinden en dan pas geloven dat we een verkeerde weg in zijn geslagen. Ons geweten sprak zacht, maar we konden het ‘t zwijgen opleggen.  Vaak komen we er te laat achter wat ons gedrag oplevert. Het begint onschuldig, maar hoe verder je gaat hoe onomkeerbaarder het werd. Dat geldt voor de grens van wat je wel of niet kijkt op TV, maar ook op internet. Dat geldt voor je bezittingen, de grens tussen goede zorg voor jezelf en je gezin en hebzucht is flinterdun. Het geldt voor je kijk op vrouwen beïnvloed door pornografie. Het lijkt onschuldig maar ondertussen is er zoveel aan het bederven in je hoofd en in je relaties. Het geldt voor onze omgang met anderen, we zien soms niet in hoeveel we afbreken door onze houding naar anderen. Er is vaak al zoveel kapot gegaan, voor we inzien wat we hebben gedaan.

We komen er vaak te laat achter.

Israël heeft meer dan één profeet gekend.  Hele invloedrijke profeten als Jesaja en Jeremia, die toegang had tot het hof van de koning, en de meer kleine profeten als Micha, die met simpele taal heel duidelijk zeiden waar het aan schortte. Ze hebben zo vaak gewaarschuwd tegen al het gedrag wat we de afgelopen weken voorbij zagen komen. En voor die profeten hadden ze al de wet. Maar toch moest Israël eerst zelf ondervinden dat hun samenleving onleefbaar was geworden. En dan nog was er een ballingschap nodig, een gevangenschap in een ander land, om te ontdekken wat ze hadden aangericht. Zolang we zelf nog geen slachtoffer zijn, kunnen we prima doorleven.

III

Want dat is een derde en laatste draadje over de duisternis: er waren mensen in Israël die het echt heel slecht hadden, maar er waren er ook die het prima vonden gaan. Vorige keren al genoeg aandacht aan besteed. Sommigen waren heel tevree met hun leven, maar hadden geen oog voor het leed dat ze anderen aandeden. De dingen die we zelf liever niet ondervinden, doen we anderen wel ondervinden. Het liefst geanonimiseerd, want anders kon het je geweten nog wel eens aanspreken. Of een andere oplossing: zeg dat de mensen die je zo slecht behandelt er zelf naar gemaakt hebben. Zorg ervoor dat je naaste niet dezelfde rechten heeft omdat ze bijvoorbeeld staatsgevaarlijk zijn, zoals de nazi’s de joden bestempelden.

We willen zelf niet ondervinden wat we anderen wel laten ondervinden, en we willen er niet teveel mee geconfronteerd worden want dan komen we zelf in de knoei. Er zijn helaas vandaag de dag voorbeelden genoeg. Aan de ene kant wil niemand dat zijn of haar kind als een slaaf aan het werk moet. Dat je uitgeknepen wordt om mineralen uit de grond te halen, gevaarlijk werk zonder goede beloning of toekomst. Aan de andere kant wil niemand meer betalen voor minder bezit om ervoor te zorgen dat slavernij uitgebannen wordt. Voor een dubbeltje op de eerste rang zitten, kost mens en dier veel.  En als ik erbij stil sta, en me laat raken dan zeg ik: nee ik wil dit ook niet. Maar doordeweeks spreekt koning Portemonnee en koningin Voordeel harder dan mijn hart.

Zo kom ik aan bij het einde van Micha. Hij schetst een duister beeld van de maatschappij van zijn dagen. We lezen van een samenleving waarin iedereen voor zich leeft. De mensen die nog rechtvaardig leefden zijn of weggepest, of hebben hun gedrag maar aangepast omdat je anders niet kunt overleven in zo’n wereld. Micha spreekt van een dorre en doodse samenleving waarin rechters goed en fout baseren op de grootste bieder. Het grootste goed, is je eigen voordeel. Geen norm, dan mijn norm. Het is een samenleving waar goed en fout niet meer bestaan, ieder doet wat goed is in eigen ogen. Het is uitgezaaid tot de meest intieme relaties: ouders en kinderen, vrouwen en mannen, vrienden, niemand is te vertrouwen want ieder zocht zijn eigen voordeel. En het ergste is, het klinkt me niet eens vreemd in de oren. Ik herken er veel van in mijn eigen leven en in de wereld om mij heen. Geld bepaalt heel veel in onze samenleving. En waar geld de norm wordt, daar verdwijnt de menselijkheid. Zo’n wereld waarin je eigen voordeel de norm is, is een wereld waar mensen niet meer samenleven maar concurreren.  We zijn gevangen in elkaars wangedrag. Hierboven schetste ik de wereld zoals die is, waar ik zo makkelijk over kan preken, als alles duister is door onze zonde.

ontsteek dan een lichtend vuur

IV

In zo’n wereld waarin Micha zijn eigen zonde maar al te goed kent en dat van zijn volk weet te benoemen, in de wereld waarin over zonde zo makkelijk te praten valt maar over genade niet, verlangt Micha maar naar één Iemand.

Micha 7:7 NBV: Maar ik, ik blijf uitzien naar de heer, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.

Micha 7:18–20 NBV: Wie is een God als u, die schuld vergeeft en aan zonde voorbijgaat? U blijft niet woedend op wie er van uw volk nog over zijn; liever toont u hun uw trouw. Opnieuw zult u zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt u in de diepten van de zee. U bewijst Jakob uw trouw en Abraham uw goedheid, zoals u gezworen hebt aan onze voorouders, in de dagen van weleer.

Onze enige hoop is de God van hemel en aarde wiens visie op goed en kwaad nooit zal veranderen. Bij Hem is goed en kwaad niet afhankelijk van de hoogste bieder. Hij heeft, zoals we vorige week ontdekten, onze offers niet nodig om mee afgekocht te worden.

Gods visie op goed en kwaad verandert niet. God is niet om te kopen en Hij kijkt niet naar je uiterlijk of je al dan niet goed bent of niet. God ziet iedereen die zijn geboden overtreedt als zijn vijand, maar het wonder is dat God Zijn vijand liefheeft. Het is ongelofelijk maar waar. Niet voor niets is het hier moeilijk over preken. Er zijn zat voorbeelden van de zonde, maar hoeveel voorbeelden hebben we nu van zulke grote genade dat iemand zijn vijanden liefheeft? Het einde van het boek Micha vertelt ons deze wonderlijke waarheid over mens en God. We lazen geen zoetgevooisde woorden over mensen, nee keiharde realiteit, nota bene in de kerk van die dagen; maar dan toch ook die melodieuze woorden over onze HEER: hij heeft die bedervers van een mensen lief.

Wie is toch als U Heer? Hoe zouden wij over U kunnen preken? Hoe zouden wij ooit kunnen begrijpen hoe diep U in de buidel wilde tasten om ons te bevrijden? Vier zondagen van advent herinneren ons aan onze gebreken, vier zondagen staan symbool voor de duisternis van deze wereld. En de vierde van de zondagen sluit af met: alles bleef zoals het was. Eeuw in eeuw uit herkennen mensen zich in de omschrijvingen van Micha. Eeuw in, eeuw uit blijven mensen onbetrouwbaar, we zijn gevangenen van ons eigen wangedrag. We zijn gevangenen van elkaars wangedrag, maar dan breekt het licht door van die wonderschone woorden aan het slot: eeuw in, eeuw uit bleef U ook dezelfde: de genadige, de vergevingsgezinde, de rechtvaardige.

Ja Heer, wie is er als U? Niemand Heer. U bent de vredekoning. U sticht vrede op een wonderlijke manier: U neemt het kwaad volstrekt serieus, u draait er niet omheen, maar U bent ook bereid om de schuldenaren te vergeven en de zonden weg te doen in het diepst van de zee. Bij U is een nieuw begin mogelijk. Daarnaar zijn we op weg, als met Kerst wij vieren dat U gekomen bent om opnieuw te beginnen met alle mensen in deze wereld die geloof hechten aan dit goede nieuws. Daarover preken is niet makkelijk. U blijft altijd vreemd aan deze wereld. U bent zo anders dan wij. U bent helemaal uit op eigen voordeel, maar bij U is dat altijd in ons voordeel. Uw grootste eigenbelang is dat wij Uw goedheid en liefde ontvangen met lege handen. Wie is er als U hemelse Vader, zo volstrekt anders dan mensen. Wie is als U, hoe kan ik over U preken Vader?

V

Hoe kan ik over U preken Vader, en hoe zouden wij U kunnen nadoen Vader? Hoe is het mogelijk dat Uw licht door ons leven schijnt? Hoe zouden wij toch lichtpuntjes kunnen zijn in deze koude wereld waarin het ieder voor zich de standaard is? Hoe zouden wij kunnen worden als U, volstrekt onvergelijkbare God? Wij die meer thuis zijn in de zonde dan in de genade. Heer moet u dan niet zelf de knellende banden van de zonde en de dood van ons wegnemen? Geef ons ademruimte, Heer doe ons leven.

We bidden U: als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft!

Amen