Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broers en zussen,
Ongemakkelijke teksten waar we ons van moeten bevrijden?
Vanmorgen preek ik niet over de zogenaamde zwijgteksten waar zoveel om te doen is. Ik preek over de zogenaamde huisteksten waarin Paulus het gezinsleven van zijn dagen christelijk vorm geeft. Ik kies voor deze benadering om te laten zien dat wat Paulus zegt over de rol van de vrouw in de kerk helemaal past bij wat Paulus zegt over de rol van de vrouw in de samenleving. Vrouwen moesten zich in de hele samenleving schikken naar hun man. Wij als kerk beperken het tot de ambten maar zo keek men in de tijd van Paulus niet. De meeste vrouwen leefden vooral binnenshuis. Daarom lees je nooit voorschriften in de Bijbel hoe vrouwen zich in het dagelijks leven moesten bewegen. Wat je wel leest is haar plek in het gezin, maar ook haar plek in de kerk. En dat laatste was dan wel weer uniek, dat vrouwen een volwaardige plek innamen in de kerk.
Ongemakkelijke teksten nietwaar, die regels over vrouwen die zich moeten schikken naar hun man. Onze vertaling maakt er van: vrouwen erken het gezag van uw man. Dat klinkt al wat minder schurend dan wat men oorspronkelijk vertaalde: vrouwen wees uw man onderdanig. En we kunnen tegenwoordig heel veel nuancerende opmerkingen maken over de teksten; dat de soep niet zo heet gegeten wordt als die wordt opgediend en dat ongelijkheid niet betekent dat de vrouw minder is. Allemaal mooi en Paulus zal inderdaad correcties aanbrengen op de verhoudingen van die dagen, maar feit is: deze teksten zijn ongemakkelijk.
Maar dat waren die regels, wat betreft de rolverdeling, in die tijd niet. Als er al iets ongemakkelijk heeft geklonken dan was het de man die op zijn verantwoordelijkheid werd gewezen. Myriam Klinker schrijft terecht in haar uitleg over deze teksten het volgende:
Deze teksten waren niet ongemakkelijk maar zijn het geworden.1Klinker- de Klerck, M.G.P., 33. ‘Wie is het hoofd van wie’ in: Ongemakkelijke teksten van Paulus, Rob van Houwelingen en Reinier Sonneveld (red), (Amsterdam: 2012 Buijten & Schipperheijn), 114
Dat heeft alles te maken met het feit dat in onze cultuur de man en de vrouw gelijkwaardig optrekken in kerk, gezin en samenleving. En volgens mij is daar op zich geen bezwaar tegen. We vinden dat niet raar, maar de teksten wel en daarom zeggen mensen soms: die teksten zijn ouderwets en moeten overboord. En dat brengt ons op de vraag: gaat het hier om ongemakkelijke teksten waar we ons van moeten bevrijden?
of andere tijden die we moeten begrijpen
Misschien moeten we met de ontdekking dat de teksten over vrouwen niet ongemakkelijk waren maar zijn geworden ons meer verdiepen in de samenleving van de eerste kerk om zo te ontdekken wat de unieke bijdrage is van het evangelie aan die samenleving.
Er is veel bekend over de Grieks-Romeinse cultuur waar Paulus in leefde. De voorschriften die je hier ziet gaan eigenlijk over één huishouden. In dat huishouden had je een man die aan het hoofd stond van het hele rijtje. Hij was de echtgenoot, de vader van zijn kinderen en de meester van zijn slaven. De vaders hadden het voor het zeggen. Daarom worden vaders aangesproken niet bitter te zijn tegen hun kinderen. En daarom spreken de apostelen in hun brieven alleen de broeders aan. Zusters werden bij de broeders inbegrepen. Onze vertaling heeft zusters aan de grondtekst toegevoegd.
Om met een ander commentaar te spreken: de mannen hadden veel rechten en weinig plichten, terwijl vrouwen, kinderen en slaven veel plichten hadden en weinig tot geen rechten. Er waren uitzonderingen op de regel. Dames uit invloedrijke kringen waren soms best zelfstandig. Maar vrouwen als zij waren niet de regel. Zo schreven joodse rabbi’s over vrouwen het volgende: ‘wie bij vrouwen kennis vermeerdert, vermeerdert haar gif’. Kennis maakt macht dachten ze angstig. Vrouwen werden door Griekse denkers van die dagen gezien als halve mannen. Kinderen waren dat ook, maar meisjes bleven het. Dat is geen geheim, het was de cultuur van die dagen. Wie in het Midden Oosten komt vandaag zal die cultuur terugvinden – zeker in islamitische landen waar de man het helemaal voor het zeggen heeft. In die context moeten wij de voorschriften van Paulus begrijpen en in die context werkt Paulus uit wat het Koninkrijk van Jezus betekent voor de verhoudingen van die tijd.
Het zijn dus andere tijden die we moeten begrijpen,
om te weten wat de Here Jezus doet in mensenlevens toen
We hebben dus nu een globaal plaatje van de cultuur van die dagen. Nu komt het mooiste waarin we ontdekken wat het evangelie betekende voor die cultuur. Zoals gezegd: Paulus regels zijn bepaald niet vreemd aan de tijd waarin hij leefde. De verhoudingen die hij schetst waren toen heel gewoon.
Toch is daarmee niet alles gezegd. Wat je bij Paulus ziet gebeuren is dat al die verhoudingen onder het bewind van Koning Jezus komen. Er is iets unieks gebeurd toen Jezus is gekomen. Jezus heeft voor alle mensen zijn leven gegeven opdat alle mensen op aarde onderdeel mogen worden van het volk van God. Zoals Paulus het krachtig uitspreekt in Galaten 3:28:
Galaten 3:28 NBV
Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.
Dat was echt uniek! Niet alleen werden Joden en Grieken aan elkaar verbonden, wat ongehoord was. Ook werden mannen en vrouwen, ouders en kinderen en slaven en meesters aan elkaar gelijk gesteld. Met de kennis over die tijd snap je wellicht wat voor verandering dat betekende. Ze kregen allen direct toegang tot de hemelse Vader die hun leven liefheeft die zorg draagt voor hun behoud en hen menselijke waardigheid geeft. Jezus herstelt alle mensen als beeld van God.
De grond voor Paulus voorschriften is dan ook onze identiteit in Jezus. Kolossenzen 3:12 wat aan onze tekst voorafgaat is de bron waaruit we leven: onze identiteit in God!
Kolossenzen 3:12 NBV
Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich … en dan volgen de voorschriften.
Wie in Christus gelooft, hoort bij God.In Christus worden mensen aan elkaar gelijk. We zijn allen zondaren, die geheiligd zijn door het bloed van Christus. Geheiligd: we zijn kostbaar bezit van God. Kostbaar omdat Jezus zijn kostbare bloed heeft vergoten om veroordeelde zondaren te redden.
Een bekend citaat van Luther vat deze rijke boodschap samen:
In de eerste plaats: een christen is in vrijheid heer van alle dingen en niemands onderdaan.
Christenen zijn vrije mensen! Maar daarmee is nog niet alles gezegd. We zijn vrij van de macht van de zonde en van alle machten en mensen van deze wereld, maar we krijgen er Koning Jezus voor terug. En daar komen we bij onze Schrifttekst uit. Want wat is het terugkerende refrein in alle regels? Onze Heer is Jezus Christus! Christelijke vrijheid betekent niet: doe maar wat je wilt. Nee vervolgt Luther:
In de tweede plaats: een christen is in dienstbaarheid knecht van alle dingen en ieders onderdaan.2Maarten Luther, Over de vrijheid van een christen (1520)
Dat is wat Paulus uitwerkt voor de gemeente. Wat is zo uniek aan Paulus voorschriften? Dat mensen zichzelf vrijwillig gingen inzetten op de plek waar ze stonden. Niet omdat ze dat voor zichzelf deden maar voor de HEER. Ze volgden Jezus na. Jezus werd dienaar van allen. Jezus was Gods dienende liefde in eigen persoon. Hij gaf zich vrijwillig. En zijn dienaren volgden in dat spoor. Bevrijd om lief te hebben (Gal. 5:13)! Daarmee werden de bestaande verhoudingen van binnenuit vernieuwd.
Dus wat gebeurde er? Ten eerste werden vrouwen naast hun man geplaatst als geliefd kind van God. Vrouwen delen ook in het heil. Het tweede wat er gebeurt is dit: die bevrijde vrouw schenkt zichzelf uit liefdesdienst aan haar man. Vrijwillig schenkt zij haar man het gezag over gezin en huis. Liefde werd de motivatie in plaats van minderwaardigheid.
Petrus werkt uit wat daar de evangeliserende kracht van is als hij zegt:
1 Petrus 3:1 NBV
Voor u, vrouwen, geldt hetzelfde: erken het gezag van uw man. Dan zullen mannen die weigeren Gods boodschap te aanvaarden daarvoor gewonnen worden door het gedrag van hun vrouw, zonder dat zij iets hoeft te zeggen,
Er ging kracht uit van die vrouwen. Krachtige vrouwen die niet revolutionair de boel omgooien, maar nederig dienstbaar waren aan hun man omdat ze Jezus als Heer kennen en dienen.
Maar daar is nog niet alles mee gezegd. Even zo krachtig en mindblowing was Paulus oproep aan de mannen. Zij hadden de dure plicht hun vrouwen, kinderen en slaven lief te hebben. Mannen konden bij Jezus niet meer prat gaan op hun onbetwiste positie. Zij die het voor het zeggen hadden moesten dezelfde dienende liefde schenken als Jezus. Zie ook Efeziërs 5 waarin het huwelijk in dat licht wordt uitgewerkt.
De vrijheid van een christenmens is dat hij in alle vrijheid liefheeft. Hij doet dat niet voor zichzelf, of voor de complimenten van anderen, maar omdat hij Jezus liefheeft als Heer. De liefde van God zit hem in het hart en daarvan deelt hij uit. Vrij en tegelijkertijd dienend, zelfopofferend, gebonden.
Wat was dus uniek aan de voorschriften? Vrouwen, kinderen en slaven worden aangesproken als volwaardige mensen, kinderen van God. Zij dienen uit vrije wil, omdat ze Jezus liefhebben. En de man op zijn beurt dient Jezus door dienend leiderschap.
Wederzijdse verantwoordelijkheid is dus de kern van deze regels, niet de eeuwige onderwerping van de vrouw aan de man.
De enige reden dat de vrouw al eeuwen ondergeschikt is, ligt gelegen in de vloek die de vrouw sinds de zondeval draagt. Gisteren in het Nederlands Dagblad (14-9-2019) schreef mijn oud docent missiologie, Kees Haak, er wat over. De vloek voor de vrouw na de zondeval was haar zware zwangerschap, maar ook het feit dat de man over haar zou heersen. Maar wij maken er een gebod van. Maar de kern van Paulus gebod is niet de onderwerping van de vrouw aan de man, maar van de vrouw aan Jezus. Daarom kon de vrouw op haar plek dienen. En de kern is niet dat de man het hoofd is maar dat Jezus het hoofd is van de man. Waardoor de man in dienstbaarheid zijn gezin voorgaat.
Koning Jezus maakt ons dus verantwoordelijk voor elkaar. Onze samenleving is dan anders dan toen, maar onze Heer is niet veranderd. En dat brengt mij bij het laatste:
en te ontdekken wat de Here Jezus doet in mensenlevens nu.
Sommigen vinden de vrouw in het ambt een noodzakelijke modernisering van de kerk. Eindelijk met de tijd mee. Dat is nooit een goed argument. Eindelijk met de tijd mee? Dat is nog maar de vraag. Want in onze cultuur betekent vrijheid doen wat je zelf wilt. Dat is echt niet de kleur van Paulus voorschriften. Jezus gaat niet mee met feministen die elke mannelijke invloed belachelijk maken en kort en klein wil slaan.
Christelijke vrijheid is dat wij ons vrijwillig onderwerpen aan anderen. Wederzijdse verantwoordelijkheid. Uit liefde voor Jezus dienen. Elk christen doet dat in zijn tijd en cultuur. Het doet me denken aan een prachtig citaat van Augustinus:
‘En daarom zeg ik, broeders en zusters: bid zoveel u kunt. Er is een overvloed aan slechte dingen en dat heeft God zelf toegelaten. Was er maar geen overvloed aan slechte mensen, dan zou er ook geen overvloed zijn aan slechte dingen. Het zijn slechte tijden! het zijn moeilijke tijden! Dat zeggen de mensen tenminste. Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. Wij zijn de tijden. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden.’3Augustinus / sermo 80,8 in: Van aangezicht tot aangezicht: preken over teksten uit het evangelie volgens Matteüs, (Amsterdam: Ambo 2004), p. 433-43. In te zien via: https://www.augustinus.nl/C208-C18-Zoals-wij-zijn-zo-zijn-de-tijden.html
Onze cultuur is een gegeven. Net zo goed als dat was voor onze christelijke voorouders in de tijd van Paulus. Onze gezinnen lijken in geen enkel opzicht meer op gezinnen uit die tijd. Mannen en vrouwen die zich kunnen ontplooien waar kinderen tal van mogelijkheden krijgen zich te ontwikkelen en waarin we geloven dat ieder mens een even unieke waarde heeft voor de wereld. Andere tijden maar één en dezelfde Koning die ons roept het goede te doen. Wij zijn de tijd!
Het lijkt soms heel bijbels om de letterlijke regels van Paulus toe te passen op deze tijd. Maar dan mis je de clou van wat Paulus deed. Men zegt wel eens: wie deze voorschriften niet laat staan, laat de huidige cultuur heersen over deze regels. Maar misschien is het wel omgekeerd. Wie perse deze regels wil toepassen op nu, die laat de cultuur van die dagen heersen over de verhoudingen nu. Bovendien wordt dat altijd een beetje een gekunstelde toepassing.
Zo legde ik een paar jaar terug nog de regels als volgt uit: we zijn in alles gelijkwaardig maar op aangelegen punten hakt de man de knoop door. Prima om zo samen te leven. Fijn dat je zo samen een verdeling maakt om ook bij moeilijke besluiten verder te komen, maar dat is niet het eigene van deze geboden in Paulus dagen. Voor de vrouwen van die dagen had de man niet alleen het laatste woord, maar ook het eerste. Vrouwen die zich onder de man schikten uit liefde voor Jezus lieten de man in alles voorgaan. Die vrouwen spraken niet op een gemeentevergadering, die stemden niet en ze schreven ook geen brieven aan de kerkenraad (uiteraard anachronistisch gesproken). Je mist de clou van wat Paulus deed. Paulus gooide de samenleving niet om, maar verkondigde Jezus die mensenharten in die samenleving verandert. Paulus regels gaan over wederzijdse verantwoordelijkheid. Zo werden de bestaande verhoudingen van binnenuit vernieuwd. Ik dien Jezus als mijn Heer, en daarom dien ik jou.
En dat brengt mij bij vandaag.
Het gaat over wederzijdse verantwoordelijkheid, over dienende liefde, over Jezus als Koning over je leven.
Dan zijn deze teksten over de onderlinge verhoudingen nog steeds ongemakkelijk nietwaar? Maar op een ander front. Namelijk het afleggen van je eigen koninkrijk. Hoe maak jij keuzes? Is Jezus koning over je tijd en agenda of misschien je eigen wensen en verlangens. Daar gaat het over. Hoe voelen we ons verantwoordelijk voor elkaar als man en vrouw en voor onze kinderen? Durf ik mijn carrièrekansen op het spel te zetten voor het welzijn van de kinderen? Of regeren onze carrières, sporten en hobby’s en andere belangrijke dingen de (geloofs-)opvoeding van onze kinderen? Wat is de gemeenschap van de kerk mij waard? Wat is de samenleving mij waard? Als vrouwen dienen in de ambten, betekent dat mannen dan een stap terug kunnen doen? Mannen, waar is jullie roepingsbesef voor gezin, kerk en samenleving? Kortom: wie is Heer over jouw leven? Doe je alles om Hem te behagen? Of dien je vooral jezelf.
Wil je in alles een dienaar zijn van Zijn Koninkrijk? Richt daar je leven op in. Dat hoeft niet op dezelfde manier als in de Griekse tijd. Maar we doen het wel voor dezelfde Heer die mensen voorgaat vrijwillig te dienen. Wij dienen omdat ik mij gediend weet door Jezus. Hij heeft zich niet teveel gevoeld om meer dan mijn voeten, mijn hele leven te wassen. Hij stierf voor mij uit onverdiende genade. Wij dienen zoals Jezus diende en we verkondigen dat als de nieuwe tijd van het koninkrijk van God. Waarin opofferende liefde, zelfgevende liefde, heerst over alle relaties.
Dat is uw roeping. U bent de tijd. Doe het goede op de plek waar jij staat.
Amen