Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broers en zussen
Kan dat? Boos zijn uit liefde? Dat je tegelijkertijd heel kwaad en bewogen bent om iemand? Ja dat je zo ontzettend boos bent omdat je iemand liefhebt?
Wie zichzelf een beetje kent, weet dat onze boosheid vaak niet voortkomt uit liefde. Wij zijn vaak boos omdat we onszelf heel erg liefhebben. Onze boosheid is vaak onterecht. Wat wij onrechtvaardig vinden – een reden om boos te worden – komt vaak voort uit ,wat Jakobus zou noemen, ‘onze eigen hartstochten’: d.i. het gaat niet zoals ik wil en daarom word ik boos.
Bij kinderen en jongeren is dat vaak heel doorzichtig. Zij zijn boos omdat ze het eten vies vinden. Ze zijn boos omdat ze vroeg naar bed moeten of dat de telefoon beneden moet blijven. Het is heel doorzichtig dat zij boos zijn omdat ze niet krijgen wat hun hartje begeert.
Volwassenen zijn 9 op de 10 keer om dezelfde reden boos. Jakobus zou waarschijnlijk zeggen dat nagenoeg alle boosheid van de mens voortkomt uit zijn eigen zondige hart. Alleen vinden grote mensen dat ze vaak terecht boos zijn. Het was aan tafel weer één kakofonie aan jengelende kinderen, en je wilde nu eindelijk een keer rustig eten. Je zit in de auto en de mensen voor je rijden als een stel slome slakken te lang links. Je moest je vraag wel drie keer stellen en nog verstond je vrouw het niet. Of, nog een verkeersvoorbeeld want die slaan altijd aan, nu moet je een keer op tijd ergens zijn staat er een dikke file. Het zijn vormen van boosheid waarmee we laten merken: het gaat niet zoals ik wil en dat maakt me boos. Mopperen, klagen en irritaties tot het ontsteken in woede toe het is allemaal boosheid en het komt uit ons eigen hart.
Met deze vormen van boosheid zijn we heel vertrouwd. Zo vertrouwd dat als het over Gods boosheid gaat we vaak oordelen dat het niet valt te rijmen met een goede en liefdevolle God. Zijn toorn klinkt in onze oren zo ongeremd, zo ongecontroleerd. Bovendien: God is toch liefde? En in onze oren zijn die twee woorden niet goed met elkaar te rijmen.
Begrijpelijk als je je eigen boosheid als uitgangspunt neemt. Maar misschien moeten we het omdraaien. Misschien moeten wij onze woede eens vergelijken met Gods woede. Misschien is het dan zo dat wij onze mond moeten houden en beschaamd moeten belijden: ‘Heer, als ik boos ben doe ik vaak onrecht. Ik doe alleen maar wat ik wil.’ Ja, misschien moeten we eens openstaan voor de reden waarom God boos is. Misschien moeten we het woord ‘toorn’ dan vervangen voor heilige boosheid. En je gaat zien dat boosheid niet altijd slecht is en dat het soms zelfs geboden is! Bijvoorbeeld bij onrecht en liefdeloosheid.
Ik ga preken over Gods vurige liefde! Hoe die vurige liefde ook brandt van boosheid. In Hosea 11 en Jakobus 4 ontmoeten we een God die brandt van liefde. Die liefde voor ons is zo groot, dat God kwaad wordt als wij ervan weglopen. Niet alleen is God gekrenkt, maar wat we ook zullen ontdekken: we jagen onszelf de dood in. Gods vurige liefde is boos omdat hij ons het leven gunt. Wie van hem vandaan leeft, onthoudt zichzelf vrijheid en de ware rust. Bij Hem alleen vind ik rust. Alle andere adressen voor mijn leven zullen mij die rust niet geven en leiden tot mijn dood. Daarom is de titel: de Leeuw is gevaarlijk, maar goed. Deze zin is ontleend aan de Kronieken van Narnia van C.S. Lewis. De Leeuw staat voor Jezus. Hij is gevaarlijk, hij wil met jouw oude leven afrekenen. Hij is goed: omdat Hij je het ware leven gunt. Ik ga daar over preken vanuit de bijbelteksten.
Gods vurige liefde is gevaarlijk
Eerst gaan we naar Hosea. De profeet Hosea is een prachtig boek dat vol staat van Gods vurige liefde voor zijn volk. Hij vergelijkt Israël met een bruid, zo dicht wilde hij met zijn volk leven. Als een man en een vrouw. In ons gedeelte omschrijft God Israël als zijn eigen kind. Maar wat blijkt. Dat kind lijkt van begin af aan al niets met vader te maken willen hebben. Zodra het de kans krijgt, rent het weg. Maar God laat zijn volk niet los. Hij roept het steeds weer terug. En als roepen niet werkt, dan de zachte aanpak: zacht leidde ik hen bij de teugels, aan koorden van liefde trok ik hen mee. Maar het werkte niet. Keer op keer zien we in de geschiedenis dat God met zijn volk vergeefs opnieuw begint.
Hij begon meerdere keren opnieuw tijdens Israëls reis door de woestijn. Ondanks dat het volk ondankbaar was en keer op keer mopperde. Mopperen is ook een vorm van boosheid. Het gaat niet zoals ik het wil dus ga ik klagen. In de tijd van de rechters: God had het volk nog niet gered of ze gingen hun eigen gang. In de tijd van de koningen: ontelbaar lang is de lijst van slechte koningen. De waarschuwingen van de profeten: hoeveel onrecht stelden ze niet aan de kaak. Hoe meer Israël de afgoden ging vereren, hoe meer de zwakken in de verdrukking kwamen.
In Hosea lezen we dan dat Gods geduld een keer op is. Hij is er klaar mee en geeft hen over aan de grootmacht Assyrië!
Hosea 11:7 NBV
Mijn volk bijt zich vast in zijn ontrouw jegens mij. Al roepen ze tot mij, de Allerhoogste, ik zal hun lot niet verlichten.
Hij zal doof zijn voor hun nood zo lijkt de definitieve boodschap. Hij is woest. En daarom laat hij het volk nu in zijn eigen sop gaarkoken. Is hij onterecht boos? Brachten zijn wetten geen recht in het land? Had hij ze niet een land geschonken overvloeiende van melk en honing? Oftewel: een topland? Deze God had het beste met hen voor maar zij gingen liever hun eigen gang. Geestelijk overspel is dat: in plaats van dat je je toevertrouwd aan de HEER, ga je je eigen leven leiden want dat is vast beter.
In Jakobus zien we iets van dat geestelijke overspel terug. Ook in de christelijke kerk gaan we vaak nog steeds onze eigen gang. Conflicten die thuis, op de werkvloer, in de samenleving en zelfs in de kerk ontstaan gaan vaak over mensen die hun zin niet krijgen. Mensen laten zich leiden door hun oude leven, hun oude hartstochten en dat breekt relaties op. De vrede staat op het spel omdat ego’s hun eigen koninkrijk willen vestigen op aarde. Helaas zien we meer en meer van die agressie ook terug in de samenleving. Mijn naam verdient alle eer, mijn koninkrijk moet komen en mijn wil gedaan worden. Het is geestelijk overspel omdat jij op de plek van God gaat zitten in plaats van dat jij op Hem vertrouwt. We laten de Bron van het leven links liggen.
Jakobus vertelt ons wat God daarvan vindt:
Jakobus 4:5 NBV
Denk toch niet dat dit loze woorden zijn in de Schrift: ‘Hij die ons het leven gaf, maakt er vurig aanspraak op;
Ja Gods vurige liefde neemt niet genoegen met een ander. Ik leerde eens een mooie vergelijking hierover: Stel je het eens voor dat op een dag je man thuiskomt en zegt: van alle vrouwen die ik liefheb, heb ik jou het meeste lief. Wat denk je: neem je daar genoegen mee als vrouw? Dat je één van de vele bent? Nee! Natuurlijk niet: liefde sluit uit. Liefde sluit iemand helemaal in. Zo is Gods liefde exclusief. Hij wil het ons in overvloed geven, maar hij wil niet dat wij van twee walletjes eten.
Zo is Gods boosheid te begrijpen. God is een jaloers God. Hier lopen we ook weer het risico ons beeld van jaloers op God te projecteren. Maar onze jaloezie is vaak onterecht: wij verlangen dingen die ons niet toekomen. God is jaloers omdat hij recht op jou heeft. Hij is jouw Schepper. Hij weet wat goed voor je is. Wie God links laat liggen is ten dode opgeschreven.
Je kan het vergelijken met dit verhaal. Ouders die te maken krijgen met een kind dat drugsverslaafd is, zullen hun kind zeer lang dulden. Ook al jat hij alles weg wat waarde heeft, is hij afwezig als hij onder invloed is en agressief als hij zijn drugs niet heeft gehad. Ouders zijn soms jarenlang gevangene van hun eigen verslaafde kind. Maar op den duur is het op. Dan zet vader of moeder het kind verplicht buiten de deur. Of behandelen, of nooit meer hier een voet binnenzetten. Het is rigoureus. Maar vergeet niet dat de jongen slechter af is als hij doorgaat op deze manier en wat dat ook de ouders zal kosten.
Zo ziet God ons kapot gaan aan al onze verslavingen en harstochten. Hij neemt niet genoegen met de tweede plaats. De Leeuw is gevaarlijk. En soms is die Leeuw gevaarlijk afwezig. Dan hebben we hem uit ons leven gedrukt en is Hij een poos niet meer in ons leven. Dat merk je vaak best. Soms laat God je ervaren wat het is om weg te lopen bij zijn rust. Dan laat hij je proeven wat het is om zonder hem te zijn. Dat doet hij omdat hij van je houdt. Zo liet hij Israël merken wat voor onheil je je op de hals haalt, zo laat hij het ons merken.
Het brengt me op het tweede:
Gods vurige liefde is goed
God schreeuwt dus om ons, maar hij brult ook van woede als we hem links laten liggen. Maar is dat het hele antwoord? De catechismus roept het uit: hebben we dan alleen maar te maken met Gods rechtvaardige toorn. God is toch ook barmhartig? Dat betekent: God wordt toch ook van binnen bewogen voor ons?
Ja zegt de catechismus. En de catechismus heeft daar bijbelse gronden voor. We lazen net Hosea 11:7. Ik las bewust niet door, maar nu ga ik dat doen:
Hosea 11:7–8 NBV
Mijn volk bijt zich vast in zijn ontrouw jegens mij. Al roepen ze tot mij, de Allerhoogste, ik zal hun lot niet verlichten.
Ach Efraïm, hoe zou ik je ooit kunnen prijsgeven? Hoe zou ik je kunnen uitleveren, Israël? Zou ik je prijsgeven als Adma, je laten ondergaan als Seboïm? Mijn hart wordt verscheurd, door barmhartigheid word ik bewogen.
We lazen net Jakobus 4:5 en toen las ik ook niet door. Nu wel
Jakobus 4:5–6 NBV
Denk toch niet dat dit loze woorden zijn in de Schrift: ‘Hij die ons het leven gaf, maakt er vurig aanspraak op;
maar de genade die hij schenkt is nog groter.’ Daarom staat er: ‘God keert zich tegen hoogmoedigen, maar aan nederigen schenkt hij zijn genade.’
Kan je uit liefde boos zijn? Dat was de vraag. Ja het kan. Zoals die ouders en hun drugsverslaafde kind. Zoals de vrouw die door haar man bedrogen wordt en het gezin op het spel zet. Oerwoede, goede woede, boosheid omdat het echt slecht is. Goede boosheid lijkt op Gods boosheid. Het is de heilige woede voor liefdeloosheid in de wereld. Het is heilige woede voor het kwaad. Heilige woede omdat je zo van het leven houdt, van de mensen en de schepping. Het is Gods heilige woede dat Hij niet ten onder wil laten gaan wat Hij liefheeft.
Ach Efraïm, hoe zou ik je ooit kunnen prijsgeven? God wordt door liefde verteerd. Het is de onmogelijke keuze van de vader en moeder: of mijn zoon gaat de deur uit en er is een kans op nieuw leven, of mijn zoon gaat dood van de drugs en wij met Hem. Dat laat God niet gebeuren. Hij blijft niet voor altijd boos. God is niet wraakzuchtig. God heeft medelijden. Hij is God, geen mens en kan zijn woede afgrenzen.
Hoe komen die twee lijnen samen in onze Here Jezus Christus. In Christus ontmoeten we Gods boosheid en liefde wanneer de zoon des mensen zichzelf vrijwillig opoffert voor alle onrecht en liefdeloosheid die wij hebben uitgebraakt.
Romeinen 5:8 NBV
God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.
Ja zo vurig is Gods liefde, dat Hij zondaars redt en daar zijn leven voor schenkt. Wij zijn allemaal die zondaars. Ook in de kerk. Juist in de kerk moeten we tot die erkenning komen. Onze harten leven vaak los van God en we zijn erg tevreden met onszelf, met hoe wij het leven indelen. Hoewel God ons weg had kunnen vagen, is er nu een tijd van genade. De genade die hij schenkt is groter. Voor alle booswichten en bozeriken van de wereld. De deur staat open! Jezus klopt aan de deur van je hart! Zijn genade is nog groter dan zijn woede. Nog wel. Hij verdraagt in zijn geduld zoveel onrecht, ook het onrecht uit onze handen. Er komt weer een dag dat Hij het genoeg vindt. Dan gaat de deur dicht. Maar zover laten we het toch niet komen? Die Leeuw van de stam Juda is toch te vertrouwen!? Zie hoever God gaat om jou het leven te geven.
Ja de Leeuw is gevaarlijk! Hij heeft er zelfs zijn eigen leven voor over! Hij is gevaarlijk en goed. In het graf is jouw oude ik eens en voor altijd gedood. Het is niet meer. God ziet het niet meer. Het is in het graf gelegd om er nooit meer uit te komen. Gevaarlijk. Uit het graf is Christus na drie dagen opgestaan. Hij is het nieuwe leven dat nu in jou is opgewekt. Christus leeft in jou! Dat leven sterft niet. Hij is goed.
Dank U wel Heer. Dat u echt liefhebt. Dat uw woede niet zoals onze boosheid vaak egoïstisch is. U schenkt het leven en de ware rust. Help ons daarvan te leven. Laat ons terugkeren naar U, en verberg U niet langer voor ons. Bevrijd ons van onze begeerten waardoor we vaak zo boos worden, en leer ons de ware boosheid: de boosheid om onrecht in deze wereld. Leer ons bewogen te zijn om de wereld meer dan met onze eigen zin en wil. Heer, schenk ons uw vurige liefde en leer ons met net zoveel passie van U te houden.
Amen