Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus,
Ik denk dat de meesten van jullie, mezelf inclusief, niet meteen dachten: wow, dit stukje tekst zet me aan het denken. Als het ons al aan het denken zet, dan is het: ‘ wat moeten wij hier mee vandaag.’ Toch ben ik met Tim Keller dankbaar dat dit stukje evangelie, want dat is het, er staat. Hier lezen we hoe de jonge kerk het voor elkaar kreeg om te blijven focussen op Gods werk, en omdat ze dat zagen — Jezus die mensen verandert — konden ze openstaan voor de wegen die God met alle volken gaat.
Laat ik, voor ik thema en verdeling boven deze tekst uitwerk, eerst iets vertellen over vorige week.. Vorige week ben ik begonnen met deze brief. De kerken in Galaten, en zo wij altijd weer, moeten op herhalingscursus. Zoals een EHBO-er zijn levensreddende technieken moet blijven onderhouden, zo moet ik steeds weer in de leer wat leven geeft en wat niet. We ontdekten wat genade is: namelijk Gods onverdiende goedheid die we elke dag opnieuw mogen ontvangen. God gaat voorbij aan het kwaad wat wij misdeden en nodigt ons nu uit om uit zijn hart te leven hier op aarde. Liefde ontvang je om door te geven. Gods uitgestoken hand, zoals de brieven van Paulus beginnen, zo eindigen ze ook: genade zij u en vrede van God die onze Vader heet dankzij Jezus Christus onze Heer.
In Galaten 1 maakte Paulus al duidelijk dat zijn boodschap niet verzonnen is door hemzelf, maar dat deze christenhater, door de glorie van de Opgestane Jezus bekeerd werd. Hij radicaal. Hij was juist bezig op de zwartste pagina van zijn leven. Hij was moordenaar om de ijver voor God. Een jihadist zou je kunnen zeggen. En juist de overstelpende heiligheid van Gods licht, legde heel zijn zondige hart bloot. En zijn leven zou voorgoed veranderen.
Hij was bevrijd van de last dat hij het voor God moet waarmaken. En voortaan diende hij God en de mens uit liefde. Zo komen we aan in hoofdstuk 2. Paulus vertelt nog meer over zijn leven. Hij maakt duidelijk dat zijn boodschap geen onemanshow is, maar dat de kerk één is: alleen Jezus, alleen genade! En dat de Grieken die genade ook kunnen krijgen ontdekten de apostelen in Jeruzalem. Ze vonden in Titus een levend voorbeeld. Niet de ijver voor de joodse nationaliteit, maar de kracht van God had Titus bekeerd.
Vandaar de titel die u hier ziet! Eén in waarheid bevrijdt! Je zou het niet denken — meestal veroorzaakt het debat over waarheid strijd — maar als je elkaar bij de waarheid van het evangelie houdt betekent dat bevrijding. Niet door menselijke ijver, maar door Gods kracht. Ik wil in de preek uiteenzetten wat de gevaren zijn als menselijke ijver centraal komt te staan, en ik wil u bevrijden van welke last dan ook door te wijzen op de vrijheid in Christus, die door Gods kracht in U werkt.
Eén in waarheid bevrijdt niet door menselijke ijver
De vroege kerk stond hier echt op een kruispunt. Of de kerk zou een Jezus-plus kerk worden of de kerk zou alleen op Jezus bouwen. Of de kerk zou toch weer een instituut worden die de mensen op zichzelf aanwijst, omdat ze zich moeten houden aan de rabbijnse tradities. Of ze zou haar volgelingen bevrijden van alles lasten en hen voorgaan in een leven uit genade.
Paulus wilde koste wat kost voorkomen dat de heidenen nieuwe lasten werden opgelegd. Moet je nagaan, deze ultrafarizeeër keert zich radicaal tegen zijn oude overtuiging. Hij wist wat het hem had gekost. Hij had het contrast tussen menselijke ijver en Gods reddende kracht geproeft en wilde dat geen mens ooit weer onder zo’n juk zou komen als waaronder hij geleefd had.
Daarom gaat Paulus naar Jeruzalem. Overigens nadat de Geest hem dat had verteld. God bewaakte ook in het prilste begin dat de kerk scherp zou bewaken wat God heeft beloofd. Het is niet zo dat Paulus na 14 jaar pas terugging omdat hij misschien dacht dat hij het verkeerd had verteld. Beetje vreemd om dan pas na 14 jaar terug te gaan. Nee, Paulus was bang dat de apostelen in Jeruzalem onder de druk van andere joodse christenen zouden bezwijken.
Dus gaat hij en neemt hij Titus mee. Het lijkt op overbodige info dat de Griek Titus meegaat. Maar hier gebeurt iets heel belangrijks. Titus was niet besneden, maar een echte Griek. Wat zouden de apostelen van Titus zijn bekering zeggen. Zou dit levende voorbeeld besneden moeten worden?
Nee. Zo is krachtig het getuigenis: Galaten 2:3
Galaten 2:3 NBV
Maar zelfs Titus, die mij vergezelde, werd niet gedwongen zich te laten besnijden, hoewel hij toch een Griek is.
De apostelen zagen in dat Titus toch echt een christen is, daarover later meer.
Nu wekken de verzen 4-5 de suggestie dat tijdens die vergadering er broeders binnenkwamen die dat probeerden tegen te werken. Zo valt te lezen in NBV Galaten 2:4-5
Galaten 2:4–5 NBV
Dat wilden alleen een paar schijnbroeders, die als spionnen waren binnengedrongen om erachter te komen hoe wij onze vrijheid, die we in Christus Jezus hebben, gebruikten. Ze wilden slaven van ons maken. Maar we zijn geen moment voor hen gezwicht, want de waarheid van het evangelie moest in uw belang behouden blijven.
Nu lijkt de NBV het zo te hebben vertaald dat die schijnbroeders geniepig in die vergadering willen komen. Alsof alles in één vergadering gebeurt en dat zij Titus willen dingen om hem te laten besnijden. Dat lijkt niet heel waarschijnlijk omdat Paulus vanaf vers 4 begint over ons en u, terwijl hij eerst spreekt over ik. Paulus is in Jeruzalem om een positief getuigenis te krijgen dat als weerwoord kan dienen tegen de mensen die in Galaten de boel op stelten zetten.
De HSV vertaalt letterlijker die zegt dit:
En dat ter wille van de binnengedrongen valse broeders, die waren binnengeslopen om onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, te bespioneren, om ons tot slaven te maken. Voor hen zijn wij ook geen moment in onderdanigheid opzij gegaan, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou blijven.
Dat Titus officieel te horen krijgt als Griek, dat hij niet hoeft te worden besneden, is een teken voor al die valse broeders die de kerken in Galaten in beroering brengen. Die schijnbroeders menen de apostelen aan hun zijde te hebben staan, maar dat valt vies tegen voor hen. Dat is wat denk ik het meest logisch is om te vertalen.
Wat hier op het spel stond, denk ik, is of je de eenheid van de kerk wilt bewaren middels door menselijke ijver. Het hangt van ons doen, of laten af, of de kerk bij de waarheid blijft. Daarvoor zijn natuurlijk scherpe regels nodig om je te kunnen onderscheiden van wat geen waarheid is. Je krijgt dan vooral focus op het juiste gedrag.
Het is pleisterwerk. Het is te vergelijken met een auto dat olie lekt. Je kan daar constant nieuwe olie in doen, maar uiteindelijk is je olie na een week weer leeg. Het is als verf over oude verflagen verven. Een maand lang lijken je kozijnen als nieuw, maar dan bladdert de nieuwe verflaag af. Het is als een arts die alleen maar pijnstillers voorschrijft, maar niet de ontsteking weghaalt. Zo kan je als christen wel werken aan je gedrag, zonder dat je hart verandert.
Zo las ik afgelopen week het blaadje van de Jehova’s getuigen. Prachtige adviezen voor het perfecte huwelijk. Het waren ook geen slechte adviezen en het stond vol waarheden die klopten als een bus. Daar stond het volgende:
Als u boos bent op uw huwelijkspartner…
- hebt u dan spijt dat u met hem of haar getrouwd bent?
- fantaseert u dan over een ander?
- zegt u dingen als ‘ik ga bij je weg’, of ‘ik ga iemand zoeken die me wel waardeert?’
Als u op een of meer van deze vragen ja geantwoord hebt, is het nu het moment om meer energie aan je huwelijk te besteden!
Is de diagnose slecht? Nee, goeie vragen om eens jezelf aan te meten! Is het advies in zichzelf slecht? Nee, je soms wat meer inspannen kan altijd een duw in de rug zijn. Is het de oplossing? Nee. Ik denk dat niemand van ons graag een slecht huwelijk wil, toch hebben we het soms. Ik denk dat niemand van ons graag teveel werkt en andere zaken verwaarloosd. Toch doen we het. Ik denk dat niemand van ons graag boos is, toch zijn we het.
En vaak gaan we er keihard aan werken om het beter te krijgen, op onze manier dat wel. Maar de ijver loont vaak slecht omdat ons hart niet verandert. Je leert misschien tot 10 tellen, maar je boosheid verwijt je anderen. Je probeert meer voor het huwelijk te doen, maar al snel vindt jij jezelf zo’n slechte partner niet. Je probeert meer Bijbel te lezen, maar het lijkt je niet dichter te brengen bij God. Uiteindelijk ben je of moe, of verbitterd, of leeg. Het is menselijke ijver, het is goed bedoeld, maar het gaat voorbij aan wat de essentie is van het evangelie: niet door eigen kracht. Dus een in waarheid bevrijdt niet als het afhankelijk is van menselijke ijver.
Eén in waarheid bevrijdt wel door Gods kracht
De besnijdenis, het houden van de joodse wetten overtuigt niet van bekering. Menselijke ijver redt niet. Waarom overtuigde Titus dan de apostelen? Omdat deze onbesneden Griek een zichtbaar bewijs was van Gods krachtige werk onder de Grieken.
Galaten 2:8 NBV
– want zoals God Petrus kracht had gegeven voor zijn werk onder de Joden, zo had hij mij kracht gegeven voor mijn werk onder de onbesnedenen –,
Wat zullen de apostelen verrast zijn. Titus was een echte Griek, hij was iemand die je vroeger links zou laten liggen, en nu blijkt die man vol te zijn van de God van Israël, de God van alle volkeren.
Gods kracht bevrijdt mensen. En daar bleven de apostelen Goddank bij staan! Titus is niet door onze ijver bekeerd, maar God heeft door Paulus en Barnabas krachtig gewerkt. Het heeft helemaal geen zin om nieuwe regels op te leggen, als aan alles te zien is dat God zelf zijn tabernakel geopend heeft voor alle volken. En God verandert niet allereerst je gedrag, maar je hart. Je innerlijk verandert niet allereerst door harder aan de buitenkant te timmeren, maar we moeten door God zelf bevrijd worden van onszelf.
Die bevrijding gebeurt pas als je gelooft. Geloven is niet alleen: het is waar. Geloven is dat je loslaat dat jij het waar kan maken. Het moment dat je ontdekt: ik kan wel vechten tegen mijn boosheid, maar het zit dieper. Het komt uit mijzelf. Ik kan wel werken aan mijn huwelijk, ik kan wel pogen minder lui en egocentrisch te zijn, ik kan wel proberen een beter gemeentelid te zijn, maar als ik het zelf doe, lukt het niet. Er zijn altijd tig redenen om stuk te lopen. Als je dat ontdekt hebt, dan ben je een stap dichter bij God. Want dan kan het grote loslaten beginnen. Heer: ik verander niet door Uw geboden te houden, ze tonen alleen maar aan hoe tekort ik schiet.
De belangrijke boodschap die van de apostelen uitgaat, en die ik vandaag aan u verkondig is dat niet allerlei vormen en tradities de kern moeten vormen van het geloof, maar de waarheid van het evangelie. Niet de voorhuiden moeten worden besneden, maar zo zegt Paulus in Kolossenzen 2:11, ons hart. Het kan niet anders of die besnijdenis blijft niet onzichtbaar. Zoals ook Titus een levend bewijs was.
Kolossenzen 2:11 NBV
In hem bent u ook besneden, niet door mensenhanden, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam.
Laten we als kerk dan maar daarin de eenheid bewaren. Dat we proberen ons hart bloot te leggen bij de Heer. Dat we elkaar geen andere last opleggen, dan te wijzen op Jezus. Moeten we dan onze mond houden over elkaars levensstijl?
Ja en nee. Ja: als je alleen blijft letten op het juiste gedrag krijg je een kerk vol veroordeling.
Maar ook nee: een levensstijl getuigt altijd van je diepste verlangens en dromen.
En wij geloven hier dat we leven van de waarheid van het evangelie. De waarheid bevrijdt, de rest mat af. Jezus is de waarheid in Persoon. Als gemeente zijn we geroepen elkaar mee te nemen naar Hem. Elkaar bevragen, is elkaar helpen naar Jezus te kijken. Mijn hart, jouw hart kan het niet alleen. Je hebt andere mensen gekregen in de gemeente die jou daarin een hand en een voet mogen zijn.
Ik weet: dat zal wel weer wensdenken zijn, zoveel geopende harten die niet meer doen alsof, geen uiterlijke schijn, maar samen zoeken naar de genade. Maar geliefden het is net als toen in Jeruzalem, vandaag in Middelharnis urgente zaak: of wij leven naar de waarheid van het evangelie of dat we onszelf in slaap sussen met of menselijke ijver, de rechte leer, of een goedkope genade die het menselijk hart niet verandert.
Het leven van Jezus is te bevrijdend om het te verwaarlozen. Hij geeft ons leven in alle volheid. Er is niemand meer begaan met jouw leven dan Hij. Wees vandaag en morgen eerlijk naar jezelf. Hoe leef ik? Dit zelfonderzoek zal je genoeg leren hoe je voor God staat. De Kerk van alle tijden en plaatsen garanderen je dat als je met dat hart naar God gaat je bevrijd wordt door Gods kracht.
Amen