Geliefde gemeente van onze Here Jezus,
Heb je weleens een film gezien die je zo raakte dat je helemaal meeleefde met de hoofdpersonen? Zo’n film met een slechterik die je bloed doet koken? Of een verdrietig afscheid? Ik herinner me als kind nog hoe mijn bloed kookte bij de film The Lion King. De leeuw Mufasa, een koning die eerlijk en rechtvaardig regeert over de Savanne en trotse vader van Simba, wordt door zijn jaloerse broer Scar vermoord. Die scene dat Simba zijn vader ziet sterven is hartverscheurend […] maar de scene dat de moordenaar heel onschuldig naast Simba komt staan maakten me als kind al razend.
Zo’n plaatje missen wij nu bij het lezen van die moeilijke verzen in Psalm 139 waar bijna iedereen over struikelt. Omdat we geen beeld hebben bij deze woorden, vinden we het lastige woorden. In opwekkingsliederen worden deze verzen weggelaten. Het is onze geloofstaal niet. En een theoloog, iemand die gestudeerd heeft over de Bijbel zei zelfs: “dit zou de mooiste psalm zijn geweest als die was gestopt bij vers 18.”
In een tijd dat religie verdacht is, roepen deze verzen vragen op: zijn deze verzen geen voedingsbodem voor terrorisme? Bevestigen deze woorden niet de populaire beschuldiging dat alle religies haten?
Bovendien vroegen de jongeren zich af: Jezus leert ons toch onze vijanden lief te hebben? Inderdaad! Niet alleen in het Nieuwe Testament, maar ook in het Oude Testament leerde God Israël dat al:
Kijk maar eens:
Leviticus 19:17–18 NBV 17 Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je 18 door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de heer.
Spreuken 25:21 NBV 21 Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken.
Dat past dan toch niet bij:
Psalmen 139:19 NBV 19 God, breng de zondaars om, – weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten –
Hoe kan dit nu naast elkaar bestaan? Goede vragen die jullie stelden! Niet voor niets waarschuwt God voor haat en wat dat met ons kan doen. Ik ben zelf een driftkikker, en ik heb ook al eens onrecht meegemaakt, de woede die dan in je komt is een giftig goedje! Dat kan goed mis gaan! Maar hier gaat David hélemaal los en het staat in de BIJBEL! Dat is toch bloedlink? Dikke oproep tot haat!
Laat ik maar beginnen met het goede nieuws. Het feit dat jullie deze woorden zelf niet zo snel bidden, laat zien dat jullie weinig ervaring hebben met bedreiging, onrecht en vijanden! Deze woorden die David uit, bidt hij namelijk niet even op doorsnee vredige avond voor het slapen gaan. Deze felheid komt niet van Davids lippen terwijl hij veilig en droog zijn stille tijd houdt. Het is niet zo dat hij aan het mediteren is over God en dan ineens als een fanatieke gelovige begint te schuimbekken van de haat. Nee, de kans is groot dat deze verzen iets vertellen over onrecht dat David raakt. Zoals ik van een film boos kan worden, zo David van het echte leven met echte mensen. Alleen missen wij het plaatje. Maar als je wel probeert een plaatje voor ogen te houden, ga je iets heel moois ontdekken aan deze moeilijke woorden!
Bij God mag jij je hart luchten! Misschien herken je dat wel. Je hebt een vreselijke dag op school gehad. Toets verknald, leraar die vond dat je te weinig deed op school terwijl je je best had gedaan, en dan kom je thuis en dan smijt je alles eruit bij je ouders. Dat lucht op, nietwaar? Zo leren de Psalmen dat je je hart mag luchten bij God. En David doet dat in het besef dat God dat allemaal weet van Hem en dat God erbij is, ook in zijn nood! Daarom is het thema:
God Is In Control: bij Hem kun je je hart lucht luchten.
Bij God mag je alles neerleggen wat je meemaakt. (wijsvinger), maar David leert ons ook dat we net als God bewogen zijn om deze wereld.
Maar laten we eerst een film afdraaien zodat we iets beter doorleven hoe David zich soms voelde in zijn leven. David heeft veel onrecht meegemaakt in zijn leven.
Hij zingt hier over mensen die bloed vergieten. Moord dus. Mensen zonder God noch gebod die zich door niets of niemand laten tegenhouden. Mensen die met niemand rekening houden dan zichzelf. Daar walgt David van.
Wat maakt hij dan mee? Dat weten we niet precies. Maar ik kan me wel situaties inbeelden bij zijn leven. Koning Saul heeft jarenlang David achtervolgt en hem willen doden, terwijl David altijd trouw bleef aan de koning. David heeft ook een jaar gewoond in het dorpje Siklagh dat een keer werd platgebrand door de Amelekieten, een vechtersvolk. Vrouwen en kinderen, ook die van David, werden ontvoerd. Hoe zou jij je dan voelen? Als je terugkomt en je hele dorp is platgebrand en de vrouwen en kinderen zijn verdwenen? Dan gebruik je denk ik geen zalvende woorden. Dan roep je het uit.
Of bedenk je eens de situatie in Belarus, niet zo ver van ons vandaan waar een dictator op de troon zit die zichzelf verrijkt maar het land arm laat? Hoe zou jij je voelen als je bij een vreedzaam protest tegen die dictator wordt gearresteerd mishandeld en zonder eerlijk proces bij de rechter 5 jaar in de bak belandt? Haat, wrok, woede en wanhoop is wat zij vandaag de dag ervaren, schreef een christelijke studentenorganisatie daar.
Of denk eens aan Christel. Een vrouw van 30 jaar die op de Middelbare School jarenlang gepest en buitengesloten is. Zij schreef op haar dertigste een brief naar haar pesters:
Ik herinner me die ene lunchpauze. Zelfs toen we door de leerkrachten werden verplicht om samen een tafel te delen, zagen jullie er geen graten in om over me te roddelen. Terwijl ik #hierstaateengrofwoord# náást jullie zat! Het werd me te veel, ik smeet m’n brooddoos tegen de muur en sloot me op in het toilet. Toch bleven jullie doorgaan. Jullie hadden duidelijk geen flauw benul van hoe diep jullie me kwetsten. Ik ben allesbehalve agressief en wil geweld niet verheerlijken, maar jullie dreven me tot het uiterste.1https://www.flair.be/nl/strafverhaal/brief-pesters-buitengesloten/
Dan komt het al dichterbij nietwaar? Je bent een mens van vlees en bloed. Wat kan je diep beschadigd raken door de slechtheid van medemensen. En wat kan die woede ook een leven lang in je blijven regeren. Als je niet oppast wordt je net zoals zij! Dan ga je doen wat zij jou aandeden. Zo was je niet, maar zo heeft het kwade jou overwonnen en haat, woede en wrok je meester gemaakt.
Daarom is het zo belangrijk wat David ons hier leert. Hij leert ons die gevoelens bij God te neer te leggen. Dat doet Hij ook heel kunstig. Want de Psalm begint met de meest intieme en mooiste verzen uit de Psalmen. David steekt eerst zijn DUIM op: dit bent U! Bij U weet ik geborgen. Bij U leg ik mijn emoties neer. Ik raak buiten mijzelf van woede, maar U bent in Control! U heeft de controle. Kijk maar eens hoe David over God spreekt:
God U bent in Control
- (1-6) U kent mij door en door
- (7-12)U bent overal waar ik ben
- (13-18) U heeft mijn bestaan gewild
U kent mij door en door
In de eerste 6 verzen bezingt David dat God je door en door kent. Hij weet als geen ander wat er in je leeft, wat je meemaakt en wat dat met je doet. God doorgrondt ons, staat er met een moeilijk woord. Dat betekent dat God dieper graaft dan welk mens dan ook. God weet waar je boosheid vandaan komt, je vreugde, je verdriet, je spanningen. God weet alles van je. Hij weet ook de minder mooie dingen van je. Iemand schreef van de jongeren zei het prachtig: God kent je van alle kanten! Dat is het precies. En dat geeft David rust, want hij zegt:
Psalmen 139:5 NBV 5 U omsluit mij, van achter en van voren, u legt uw hand op mij.
Voor ik ga bidden, weet u al wat er in me leeft! Bij God kan je alles neerleggen! Alles. Hij weet allang wat erin je leeft. Dus ook die minder mooie gevoelens van je, kan je Hem vertellen.
U bent overal waar ik ben
Het tweede dat David bezingt is dat God overal is waar ik ben. Niet alleen kent hij je door en door. God is er ook altijd bij. Zelfs, zo bezingt David, als hij zou willen wegduiken in de diepste duisternis. Ofwel: zelfs als David verstoppertje voor God wil spelen, dan is God daar.
Wanneer zou je verstoppertje willen spelen voor God dan? Als je dingen doet waarvan je weet dat God dat niet van je vraagt. David heeft bijvoorbeeld een keer de vrouw van een ander afgepakt en haar man laten ombrengen. Maar ik denk dat ieder mens verstoppertje wil spelen voor God.
Alleen, zo ontdekt David, dat werkt niet! Al verstop ik me in de diepste duisternis, dan nog vindt God me. David ontdekt: het licht is altijd sterker dan de duisternis. Voor God kun je geen verstoppertje spelen. God kent al je duistere kanten. Alle kanten. En Hij is ook daar waar jij God loslaat! Ik kan me voorstellen dat je dat beangstigt, maar ik zie het vooral als een troost.
Want we mogen nu al weten dat het licht overwint! En dat betekent dat alles wat nu nog in het geheim gebeurt, straks aan het licht wordt gebracht. Alle mensen die nu nooit berecht zijn voor hun daden, komen straks voor God. Wat een troost voor de mensen in Belarus: de mensen die nu ongestraft mensen in elkaar timmeren, moeten straks zelf voor hun daden verantwoording afleggen bij de hoogste rechter.
Alles wat jij doet is bij God bekend. God is overal bij! Hij weet wat je verkeerd hebt gedaan! Zie dat maar als een goede stimulans om niets voor Hem verborgen te houden. Hij weet het toch wel. Beken hem je zonden maar, want God is je echt goedgezind. Hij heeft je namelijk ontworpen en wil graag dat je tot bloei komt.
U heeft mijn bestaan gewild
Weet je wat zo mooi is aan de vorige twee gebeden? Die komen samen in de derde bede:God kent je door en door omdat Hij je heeft gewild. Hij wil je graag kennen. God is overal in je leven omdat Hij graag met je is; Hij heeft jou gemaakt. Hij wil blij zijn met jou, hij wil zelfs lijden met jou door Jezus!
Psalmen 139:13 NBV 13 U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Het woord wat wij vertalen met nieren is wat de joden bedoelen met je binnenste, met je diepste ik. Er staat hier dus dat God je diepste ik heeft geschapen. Hetzelfde geldt voor vers 16
Psalmen 139:16 NBV 16 Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
Je vormeloos begin wijst op: toen je nog niets was, wist God al wat je worden zou. God heeft je gewild. Je bent bedoeld. Al wil geen mens je. Al is iedereen tegen je. God heeft je bestaan gewild! Wat een kracht gaat er uit deze woorden.
God kent alles al van je, hij weet wat je meemaakt, hij weet wat je doet, hij weet waar je bent, hij heeft je zelf bedacht! Die God kan best dealen met onze emoties! Wij worden altijd een beetje ongemakkelijk als iemand zijn ellende eruit gooit, God nooit! Bij God mag je je hart luchten.
En laat jij dan God maar in Control zijn over jouw emoties! Dat is dan we weer belangrijk! Nadat David zijn woede heeft geuit, bidt hij namelijk dit:
Psalmen 139:23–24 NBV 23 Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, 24 zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij over de weg die eeuwig is.
De weg die eeuwig is, dat is de weg van Jezus, de Zoon van God. De eeuwige weg is een weg zonder kwaad. God is iemand die echt een pesthekel heeft aan het kwaad. Helaas staan we als mensheid allemaal met onze rug tegen de muur, omdat niemand God zo liefheeft dat hij Hem in alles gehoorzaamt en omdat niemand uit zichzelf het goede zoekt voor de ander. Het eigenbelang als wortel van het kwaad kleeft te zwaar aan onze overlevingsdrang. Als één iemand het volste recht heeft te haten is dat God: want de mensen die hij heeft gewild eren hun Schepper niet, maar slopen deze wereld en ze slopen elkaar. God zegt dat ieder mens de doodstraf verdient, want God haat onrecht.
Ieder mens moet daarom sterven.
Maar God heeft zijn eigenwijze en boze mensen ook vurig lief. Hij heeft ons zo lief dat Hij Zijn Zoon heeft gestuurd om onze zonden op zich te nemen. God heeft zo’n pesthekel aan het kwaad dat ieder mens de dood verdient, maar God heeft de mensheid zo lief, dat Hij zijn Zoon heeft laten boeten opdat wij leven.
God heeft onze haat beantwoord met liefde. In dat licht mogen we nog steeds verontwaardigd zijn en boos over onrecht, het is niets minder dan Gods boosheid, maar we blijven ook het goede zoeken. We willen niet net zo worden als onze vijanden. Hun kwaad, moet niet ons hart winnen. Maar Gods liefde in Jezus wel, opdat we het onrecht blijven benoemen, maar zelf als tegengif Gods goedheid in Christus verspreiden.
Amen