Mens, wat ben je mooi

GKv Middelharnis https://gkvmiddelharnis.nl
Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus,
Waarom leef ik eigenlijk? Wat is het doel van mijn leven? Dat zijn vragen die een mens zich geregeld stelt. Daarover zijn ook ontelbaar veel gedachten. Veel mensen proberen die vraag voor zichzelf te beantwoorden. Welke opleiding is voor mij de perfecte opleiding? Wanneer kom ik tot mijn recht? Anderen zoeken naar een teken van boven: wat wilt U van mij? Maak dat toch duidelijk.
Soms zie je helemaal geen reden om te bestaan. Soms voel je jezelf overbodig, nutteloos. Waarom besta ik eigenlijk. Ben ik van toegevoegde waarde? Wat kan je dat naar beneden halen. Je hoop vervliegt en schaduw hangt over je leven.

In een wereld waarin lang niet alles meer het oude is, heel belangrijk om te blijven zien hoe de wereld eens gemaakt is.

Genesis 2 vertelt het verhaal dat je bedoelt bent. Je bent nuttig, nodig op de wereld van God. Die hoop heb ik elke keer weer nodig in een wereld waar zoveel zinloosheid is.

Ik wil preken over die oorspronkelijke bedoeling van de mens. In genesis 1 staat dat wij naar het evenbeeld van God zijn gemaakt. We lijken in veel op zichten op God. We zijn zo gemaakt dat wij op aarde zijn karakter weerspiegelen. Vanuit

Genesis 1-2 zijn dat deze drie eigenschappen:
  1. Roeping: God die alles gemaakt heeft, schenkt ons creativiteit om op de wereld als zijn medewerker de aarde te onderhouden en te bewerken.
  2. Aanbidding: Medewerkers die hun Schepper aanbidden door op Hem te vertrouwen.
  3. Relatie: Medewerkers die niet op zichzelf staan maar geschapen zijn om in gemeenschap te leven.

Roeping

In Genesis 2 zien we vanuit het oogpunt van de aarde hoe God de mens schiep. We lezen vanaf vers 4:
Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen. In de tijd dat God, de heer, aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de heer, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; God, de heer, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken.

Sommigen denken dat Genesis 1 en 2 allebei een andere versie van de schepping leren. Maar dat is niet helemaal juist. Genesis 1 en 2 vertellen een ander verhaal. In Genesis 1 zien we dat God de hele wereld heeft gemaakt. Heel persoonlijk, hij sprak, heel betrokken, hij ziet, hij is verheugd: hij vindt het zeer goed. In Genesis 2 zoomt de verteller in: hoe en waarom is de mens op aarde gekomen. Waar je in Genesis 1 vanuit kosmisch gezichtspunt kijkt, staan we nu met de voeten in de klei.

Een prachtige wereld is gemaakt, maar de velden liggen er nog onbewerkt bij. God had het nog niet laten regenen en er waren geen mensen om het land te bewerken. Als er een plant zal groeien op aarde dan is dat een gezamenlijk project.
Aan het begin van de Bijbel zie je dat God jou maakt om je in te schakelen. Je bent niet nutteloos, onzinnig. Jij bent geroepen om volop mee te draaien in de wereld van God. Daarom is werken ook in de basis goed. Het paradijs was niet gemaakt tot een luilekkerland, maar de wereld was een plek waar de mens voluit kon creëren, ontwikkelen, bewerken.
Hoe anders was dat in de godsdiensten van die tijd. De mens is daar een soort kruiwagen van de goden. De goden willen niet werken en maken dan mensen om hun werk op te knappen. Het lijkt er meer op dat de mensen hun kijk op werken hebben geprojecteerd op de goden.
De mens wordt gebruikt door de goden en daarom moeten wij werken. Het maakt van werken een noodzakelijk kwaad, iets wat je als je even kan moet laten.
De boodschap van God hier is echter dat je niet de kruiwagen van de goden bent, maar dat je bent gemaakt om met Hem te werken. God schakelt je juist in om te delen in zijn scheppend werk. Je ingeschakeld weten, dat ben je niet pas als je zendeling wordt, of evangelist. Ingeschakeld ben je ook als je je dagelijks werk doet.

Aanbidding

De aarde was dus onbewerkt. God gaat dan over op het scheppen van de mens om met Hem te werken. Werken staat niet los van een leven met God. We lezen verder, we lezen vers 7:
Toen maakte God, de heer, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.
God formeert ons uit stof, maar blaast ons zijn eigen adem in — dat is anders dan de dieren die zijn wel uit stof, maar hebben die adem niet.
God is heel persoonlijk betrokken op ons. Heel opvallend is dat ook te zien aan de Godsnaam die hier wel staat, maar niet in Genesis 1. In Genesis 1 lezen we het woord Elohim — dat betekent God. Letterlijk is het meervoud, om daarmee Gods majesteit uit te drukken. Die verheven naam wordt verbonden aan de zeer persoonlijke naam Yahweh. Er staat God, Yahweh. De naam die wij vertalen met Ik zal er zijn, Ik ben. Die naam staat symbool voor Gods trouw en aanwezigheid toen Hij met Israël optrok.
De mens ontvangt leven en mag vervolgens aan de slag. In een voor de mens gemaakte tuin. De tuin van Eden. Niet zomaar een tuin, Eden betekent verrukking. Alsof de Bijbel ermee vertelt: God laat niets aan toeval over: alles is bereid voor de komst van zijn helper de mens. Alle dingen waren gereed voor de komst van de mens. Als die mens zou komen zou zijn leven niet los staan van zijn Schepper. God wil dat de mens op Hem vertrouwt. Niet verplicht, wel noodzakelijk. De mens stond voor een vrije keuze voor of tegen God. We noemen dat liefhebben en vertrouwen. Dat vertrouwen moet blijken in het gehoorzamen van het volgende gebod:
Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’
De boom was een testcase of ze God zouden geloven. Gods verbod gehoorzamen is dan aanbidding: Heer, u bent goed en u heeft alles goed gemaakt; daarom geloven wij u op uw woord. Maar als de mens wel van die vrucht eet dan zegt de mens eigenlijk: wat goed is bepaal ik zelf wel. U zegt dat het slecht is om van die boom te eten, dodelijk zelfs? Ik denk dat het wel meevalt.
Zo zien we dat het eerste gebod dat God geeft niet een flauw regeltje is, maar een eerste proef van de relatie tussen God en mens. Niet eten van die boom is aanbidding van God. Je vertrouwt je toe aan Hem, want je weet dat Hij een goede God is en een God van leven.

Relatie

God maakt de mens als medewerker van Hem, om te leven met Hem, maar er is nog één eigenschap die zoveel impact heeft op het menselijke leven. Je bent dan pas compleet mens, in het samenleven met anderen. God heeft medemensen gemaakt om daarmee de liefde te delen die God ons geeft.
De mens moest niet alleen blijven. God vond dát niet goed, maar laat het de mens zelf ervaren door in de tuin namen te geven aan alle dieren. En hoewel de mens veel verwantschap heeft met deze dieren — ze zijn allen uit stof gemaakt — de mens vindt niemand gelijk aan hem en dat maakt hem eenzaam.
Als de mens dat ervaart, dan gaat God over tot de volgende stap. Uit de man, maakt hij de vrouw als een helper aan zijn zijde. De man is pas compleet met de vrouw, de mens kan niet alleen zijn.
De mens is hier evenbeeld van God, die hoewel Eén uit drie personen bestaat. Zo is man en vrouw vanouds bedoeld een onafscheidelijke eenheid te vormen. In die strekking staat ook dat ze naakt waren en zich niet voor elkaar schaamden: ze hadden niets voor elkaar te verbergen. Geen leugens, geen haat, geen bedriegerij of verraad, niets.
Eén man en één vrouw zouden zich aan elkaar toevertrouwen. Dit is de grondwet van het huwelijk, de diepste menselijke verbintenis, de basis voor alle andere relaties. Het is zo eerbiedig ook: één man en één vrouw. Je bent onvervangbaar, en samen één. En alleen in die eenheid kan het leven voortbestaan. Kinderen krijgen we niet alleen. We krijgen ze samen.
Daarmee laat God zo helder zien dat het leven niet om mij draait, maar het leven is altijd gericht om samen het leven door te geven. Zoals God het in Genesis 1:28 zo mooi zegt:
Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’
Zo zijn wij bedoeld, zo zijn we gemaakt: sociale wezens die samen de wereld vormen. Niemand is minder, niemand meer. Samen zijn we pas compleet. Alleen samen kan je de liefde van God delen, kan je God spiegelen op aarde.
Als we de oorspronkelijke mens op ons laten inwerken, dan kan ik me voorstellen dat we allemaal schroom voelen en schaamte omdat er op elk vlak zoveel beschadigd is. Als ik daar vandaag niets over zeg, dan krijg je zomaar het gevoel dat de dominee nogal naïef is. ‘Mooi verhaal dominee over Genesis 2, maar zo is het leven niet.
We staan immers al wel aan de andere kant van Genesis 3. We leven na wat gebeurd is en Eden is niet meer. Hoeveel mensen kunnen niet meer werken en staan aan de zijlijn, hoeveel mensen zijn niet verstikt door eenzaamheid, hoeveel jongeren worstelen wel niet met zelfmoordgedachten omdat ze zichzelf nutteloos vinden.
Elk huwelijk kent zijn schaduwzijdes, elke opvoeding een donkere kant. Hoe zwaar vallen deze woorden als je aan de andere kant van Genesis 3 staat en moet leven met de brokstukken van kapotte relaties. Gebroken familiebanden, als je alleen bleef, als je huwelijk brak, vrienden die je verraden hebt, of door wie je verraden bent. Als er in plaats van verbinding, verwijdering ontstond. In plaats van herkenning, vervreemding. In plaats van naaktheid, schaamte .
Ik verkondig u en jou vandaag de hoop in Christus naam — en ik zeg het bewust heel statig, want deze woorden komen van buiten ons, deze woorden geloven we zo slecht en heeft bekrachtiging nodig: Genesis 2 staat nog steeds in de Bijbel, omdat God de oorsprong niet vergeten is. Naar die oorsprong is God bezig ons te herstellen. Door Jezus Christus komt de God naar ons toe met hoop.
Als je worstelt met de schaduwzijde van de zonde, zie dan naar Genesis 1 en 2 Put hoop uit het feit dat God je bedoeld heeft. Bid of God door het werk van Jezus jouw menselijkheid herstelt! Alleen Jezus herstelt jou als mens. Mens zoals je bedoeld bent.
Geen alleskunner, maar doen wat je hand vindt om te doen als medewerker van God. Geen overspannen leven waar alles van jou afhangt, maar die heerlijke rust die Jezus leert: maak je geen zorgen voor de dag van morgen, mijn Hemelse Vader zorgt voor jou.
Geen leven waar ik het centrum van het universum ben, maar dat heerlijke leven waarin ik leef tot vreugde van de ander!
Als je zo Genesis 2 leest, namelijk als onze oorsprong, waarnaar we op weg zijn, dan hebben we de wereld wat te vertellen. We hebben de wereld te vertellen dat wij niet slechts een toevallig product zijn uit een amoebe. We hebben de wereld te vertellen dat we met een doel zijn gemaakt. Mens, wat ben je mooi. Gemaakt om God te verheerlijken door Gods creatieve en sociale karakter te weerspiegelen. Gemaakt om te leven uit Zijn Vaderhand.
Geliefde mensen. Hoe fout je soms ook handelt, hoe fout je soms ook denkt, je bent Zijn Beeld, kostbaar in zijn ogen, tot je doel komend als je op Hem vertrouwt.
Amen