Vertrouw mij dan toch: Gods schreeuw om relatie

NGK Middelharnis https://ngkmiddelharnis.nl

Geliefde gemeente van onze Here Jezus,

Waarschijnlijk heb je dit zelf als kind of als ouders weleens meegemaakt:

Het is een zonnige dag in het vroege voorjaar en je zoon of dochter heeft zich voorgenomen dat hij naar buiten kan zonder jas. Jij oordeelt echter dat het te koud is en dat je zonder jas kou kan vatten. Je krijgt dat echter niet aan zijn of haar verstand waardoor er of ruzie ontstaat of je zoon of dochter alsnog zonder jas naar buiten gaat en dan na een poosje terugkeert omdat het toch nog te koud was.

Zo gaat dat tussen ouders en kinderen vaak. Je waarschuwt ergens voor, je probeert ze aan het verstand te krijgen dat iets wel of niet moet, maar ze geloven je niet op je woord. Vaak als ze pas zelf ondervonden hebben wat je zei, zien ze in dat je gelijk had. Het vraagt van de kinderen vertrouwen in hun ouders dat ze iets wat ze graag willen doen of verlangen niet doen omdat hun ouders dat zeggen.

Of, ander voorbeeld. Als je nieuwe werkgever tijdens je sollicitatie een bepaald salaris en privileges belooft, dan wil je dat wel graag zwart op wit zien. Vertrouwen is goed, maar controleren is beter.

In ons leven met de HEERE is dat ook zo. De HEER leert ons door zijn geboden hoe het leven goed is, maar wij menen dat die geboden vaak beknottende regels zijn voor onze persoonlijke vrijheid. Wij achten onszelf vaak wijzer dan onze Maker. En dus doen we soms dingen die we beter niet hadden kunnen doen. Soms komen we dan tijdig achter de gevolgen ervan, maar niet altijd. We vertrouwen de HEER niet dat zijn regels goed zijn voor ons.

Vanmorgen gaan we ontdekken dat de gebeurtenissen met de slangen in de woestijn ook een kwestie van vertrouwen was. We gaan ontdekken dat zowel de giftige slangen als de koperen slang een schreeuw van God is om Hem alleen te vertrouwen. We gaan dat geheim nog meer zien wanneer Jezus deze geschiedenis op zichzelf toepast in zijn gesprek met Nicodemus.

Thema van de preek is daarom:

Vertrouw mij dan toch: een schreeuw om relatie.

Eerst een stuk context: waar we vorige week aan het begin van de woestijnreis stonden, staan we nu middenin de woestijnreis van Israël. We zijn op een tijdstip aanbeland na één van de grootste dieptepunten in de relatie tussen de Heere en zijn volk. Misschien ben je bekend met de Bijbelverhalen en weet je dat de Heer aan de grens van het beloofde land 12 verkenners eropuit stuurt om het land te onderzoeken. De verkenners zien de rijkdom van het land maar ook de reuzen en de sterke volken.  Ze oordelen daarom dat Israël beter maar niet kan intrekken in het land. Alleen de verkenners Jozua en Kaleb pleiten voor omdat ze geloven dat God doet wat Hij belooft. God was zo boos over dit wantrouwen dat hij het volk een generatie lang voor straf in de woestijn laat leven. Alleen Jozua en Kaleb mogen het land in. Zonder geloof geen beloofd land. Maar nog is het wantrouwen niet over. Er is een opstand geweest en meerdere keren heeft het volk geklaagd op God.

Vandaag is het niet anders. Het volk kan namelijk niet door Edom reizen en moet daarom een stukje terug zodat ze via een omweg het land tegemoet kunnen reizen. Zie het kaartje.

Kaart van de woestijnreis, in de cirkel de locatie van onze geschiedenis.

Het volk verliest zijn geduld. Letterlijk staat er dat de geest van het volk te kort werd. Oftewel, ze kregen een kort lontje daar. De omweg zorgt dat het volk weer in de klaagmodus schiet. En niet zo’n beetje ook. Met de HEER en met Mozes wordt de vloer vakkundig aangeveegd. Ze doen alsof Egypte een walhalla is en alsof leven met God de hel is. Dat is eerder ook gebeurd bij een grote opstand. Je weet misschien wel dat de HEER het beloofde land omschreef als een land dat overvloeit van melk en honing, maar nu doet Israël alsof Egypte dat land was als we lezen:

Numeri 16:13 NBV 13 Is het niet genoeg dat u ons uit een land dat overvloeit van melk en honing hebt weggehaald om ons in de woestijn te laten sterven? Moet u zich ook nog als heer en meester over ons opwerpen?

Maar nu moet zelfs het manna het ontgelden. Je weet wel, manna, dat bijzondere brood uit de hemel waardoor Israël in de gortdroge woestijn elke dag te eten kreeg:

Numeri 21:5 NBV 5 ‘Waarom hebt u ons weggehaald uit Egypte?’ verweten ze God en Mozes. ‘Om ons in de woestijn te laten sterven? We hebben geen brood en geen water, en we kunnen dit ellendige eten niet meer zien.’

We zien hier een diep gegroeid wantrouwen en afkeer van Gods weg. Dit is niet maar even een meningsverschil over met of zonder jas naar buiten gaan. Manna staat symbool voor Gods voorzienige leiding in een onleefbare woestijn. God voorziet. God zorgt. Maar het bevalt Israël niet hoe God zorgt en voorziet. Het legt het hart van Israël bloot: ze hebben aan God niet genoeg.

De woestijn legt bloot hoe de mens aan God niet genoeg heeft. Denk je maar in: Israël had nog geen eigen land maar zwierf rond in de woestijn waar niets groeit en bloeit. Het enige wat hen was toegezegd is dat God in alles nabij zal zijn. Maar dat is niet genoeg. Israël wil het tastbaar maken! Het volk wil zien, proeven en ervaren! Ze beschouwen het manna als eentonig en saai.

Is dat niet ook hoe vandaag de dag Gods wetten worden afgeserveerd als eentonig en saai? Tegenwoordig ligt de nadruk op zelfontplooiing. Dat je je vrijheid zou onderwerpen aan God wordt als een keurslijf ervaren. In een tijdschrift werd recent onder het mom van wetenschap open en bloot beweerd dat vrouwen niet gemaakt zijn voor monogamie omdat uit onderzoek blijkt dat vrouwen na 12 maanden hun seksleven met één partner saai beginnen te vinden. Dus als je iets saai gaat vinden ben je niet gemaakt voor een vaste relatie?

Toen ik nog werkte bij de AH waren er wel eens collega’s die vroegen of ik echt van plan was het bij één meisje te houden. Als ik dan ja zei, dan was er altijd iets van bewondering en verwondering in hun ogen te lezen. Maar ze zeiden ook altijd iets van: nou ik wil eerst experimenteren voor ik me ga vastleggen. In de moderne mens zit een diep wantrouwen dat Gods weg weleens goed zou kunnen zijn voor de samenleving. Dat de begrenzing van de liefde die God geeft, juist bevrijdend is voor alle mensen Dat rust, reinheid en regelmaat niet eentonig en saai is maar als een akker die het graan doet groeien. Dat jezelf begrenzen ruimte geeft aan anderen. Maar we wantrouwen Gods geboden. We hebben niet genoeg aan God alleen en willen in het hier nu kunnen beleven, proeven, meemaken. Zoals Israël nu wel eens wilde zien dat God dat beloofde land ging geven.

Terug naar de tekst. God beantwoordt wantrouwen met een vreselijke straf. Hij stuurt giftige slangen op ze af wiens beet dodelijk is. Het is een heel tekende straf. De straf is eigenlijk waar Israël om gevraagd had. Zij zeiden eigenlijk: geef ons niet God, maar Egypte. Geef ons niet dat manna, maar Egypte. Dus krijgen ze geen manna maar giftige slangen. Want dat is wat je oogst als je Egypte terug wil. De dood. Het gif van de zonde is dodelijk.

Ik kwam het verhaal tegen van een gokverslaafde. Zij leefde maanden een dubbelleven waarin zij haar hele vermogen verbraste in casino’s. Ze raakte in aanraking met haar Egypte toen ze voor haar werk een casino instapte. Ze zegt:

Het leek wel een sprookjeswereld, ik was meteen verkocht. Vooral de sfeer – een mengeling van spanning en sensatie – vond ik opwindend en aanstekelijk.

Zelf was haar leven op dat moment een zware last. Veel stress om werk en gezin te combineren. Ze voelde zich te kort schieten als moeder. Teveel ballen om in de lucht te houden. Voor de grap probeert ze een gokautomaat en wint 200 euro! Ze schrijft:

Dat gevoel van die eerste keer was de brandstof voor mijn jarenlange gokverslaving. Ik raakte geobsedeerd door de wil om weer te winnen, om te ontsnappen aan alle stress en schuldgevoelens en me weer net zo goed te voelen als toen.

Maar wat ze oogstte was niet haar ingebeelde geluk, maar het gif van de zonde, torenhoge schulden, leugens en bedrog.

Misschien ben jij ook zo door je eigen verlangens gebeten. Ging je je eigen weg maar oogst je het gif van de slangen van je op hol geslagen verlangen. Misschien heb jij elke keer weer een kater na een avond drinken, na het kijken van porno, na het kopen van kleding, na het eten van teveel snacks. Herken daarin de slangen in de woestijn. Besef dat wie de weg van de Here loslaat zich begeeft op een weg die tot de dood leidt.

Het volk beseft dat. De confrontatie is hevig. Ze hadden in de woestijn niemand dan de HEER die ze bevrijd had en geleid. Nu hadden ze niets meer dan vreselijke slangen. Ze keren zich tot Mozes:

Numeri 21:7 NBV 7 Daarop ging het volk naar Mozes. ‘We hebben gezondigd,’ zeiden ze, ‘want we hebben de heer en u verwijten gemaakt. Bid tot de heer dat hij ons van die slangen verlost.’ Mozes bad voor het volk,

Numeri 21:8 NBV 8 en de heer zei tegen hem: ‘Laat een slang maken en bevestig die op een staak. Iedereen die gebeten is en daarnaar kijkt, blijft in leven.’

In de oplossing van God zit een prachtige betekenis. Leef je daarvoor eerst even in de situatie in. Israël krijgt voor straf een hele aanval van giftige slangen. Ze krioelen over de grond, kruipen in de tenten, in je bed, in de kruiken enzovoorts. Eén beet is al dodelijk. En dan laat God als oplossing een slang maken van koper die bevestigd wordt op een standaard hoog in de lucht.
Dus:

  • Levende slangen op de grond, een namaakslang in de lucht.
  • Slangen op de grond zijn levensecht en dodelijk, de slang in de lucht is nep maar redt.
  • Je kijkt eigenlijk naar je verdiende loon, de giftige slangen, maar je ontvangt het leven.
  • Israël moest van het onheil wegkijken, van de grond wegkijken, omhoog naar een slang van koper als teken van vertrouwen.

Door Israël weg te laten kijken van de echte giftige slangen naar de koperen slang, wilde de HEER dat Israël opnieuw zijn vertrouwen aan God zou geven. In de koperen slang zien we Gods schreeuw om liefde! VERTROUW MIJ DAN TOCH! Ik ben het die jullie uitleidt en veilig doe aankomen in het land. Mij kennen is genoeg! Mijn weg geeft leven. Kijk naar de koperen slang en leef!

Dit geheim werkt Jezus uit wanneer hij aan de Joodse theoloog Nikodemus vertelt dat die slang over Hem gaat:

Johannes 3:14–15 NBV 14 De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft,
 15 opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft.

Hier lezen we van Gods ultieme schreeuw naar de wereld! VERTROUW MIJ DAN TOCH! Ik heb jullie alles gegeven, zelfs mijn Zoon. Ik heb niks achter gehouden, heb zelfs jullie ellendige leven geleefd, opdat jullie mogen leven. De Here wil dat wij vertrouwen dat Gods liefde genoeg is voor heel je leven! Dat zijn liefde te vertrouwen is maar dat zijn weg niet altijd makkelijk is — zie het kruis — maar wel tot het leven leidt.

Is het niet Jezus die tegen zijn leerlingen heeft gezegd:

Lucas 11:11 NBV 11 Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven?

De Here geeft geen slangen voor brood. Nee hij geeft zichzelf als manna voor de ziel:

Johannes 6:35 NBV 35 ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.

Het bewijs van Gods liefde is dat hij bereid was in de diepste put van ons leven af te dalen om jou eruit te halen. Vertrouw je dan ook dat zijn wil goed is ook al betekent dat een leven door sleur, saaiheid en ongeluk heen? Ben je bereid dat de Here je soms een woestijnervaring geeft waarin je niets anders kunt vasthouden dan God alleen?

Spannend nietwaar? Dat is het zeker. De woestijn van ons leven is een beangstigend en drukkend iets. Denk aan de gokverslaafde vrouw: veel stress in haar leven, een schuldgevoel naar haar kinderen toe, teveel ballen in de lucht moeten houden. Wat kan je dat aanvliegen. Wat verlang je dan soms terug naar momenten dat het spannend is en sensationeel. Zoals zij verlangde naar haar win-ervaring. Zoals Israël verlangde naar het vruchtbare Egypte te midden van de woestijn. Het leven is vaak eentonig. Ons leven bestaat uit een paar hoogtepunten maar uit vele gewone dagen dat je jezelf uit bed moet sleuren, je werk moet doen, enzovoorts. Trouw blijven op de plek waar je staat zonder direct daarvan de vruchten te plukken, dat vinden we lastig. Woestijnperiodes kunnen ons leegtrekken en ons doen verlangen naar een ander leven, een beter leven, een leuker leven. Maar Gods weg is ook bevrijdend! Want hij zegt eigenlijk niet wat je doet kan je redden, maar wat je ontvangt! Door in geloof op Jezus te kijken belijd je dat niet jouw inzet je kan redden, noch je slagen noch je falen, maar alleen het vertrouwen op wat Jezus voor jou heeft gedaan! Je lege handen ophouden bij Jezus, dat bevrijdt je en schenkt je het grootste geluk: namelijk God zelf!

Misschien zit je nu wel met de gebakken peren. Misschien heb je zo’n giftige beet gekregen van de slangen en leef je in diepe ellende en schuld. Proef dan vandaag in brood en wijn Gods ultieme schreeuw om liefde. Vertrouw hem dan toch. Kijk naar Christus hangend aan het kruis. Daar lijdt hij jouw verdiende loon, opdat als jij niet langer terugkijkt naar je zonden, maar omhoog kijkt naar Hem, je mag leven! Vandaag kan je weer met een nieuw leven beginnen als je brood en wijn tot je neemt! Vandaag wil de HEER dat je weer opnieuw Hem alleen leert vertrouwen in de levensreis die je hebt te maken.

Vertrouw HEM dan toch!

Amen

0 Opmerking

Voeg opmerking toe

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *