Wees niet bang

GKv Middelharnis https://gkvmiddelharnis.nl

Opvallen om te scoren

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus,

Ieder kind weet dat je snoep niet moet verkopen in een kartonnen doosje zonder enige versiering. Als je snoep wil verkopen aan kinderen, moet het buiten dat het vanzelfsprekend lekker is, vooral knallen! Felle kleuren, vooral allekleuren van de regenboog, grote letters, gekke vormen, maffe combi’s van zoet/zuur, zoet/zout enzovoorts!

En van een auto weten we ook allemaal dat je de verkoopcijfers niet omhoogschroeft als je slechts de eigenschappen van de auto opsomt, zo van: ‘Deze auto heeft vier wielen en een uitlaat! Je kan ook achteruit rijden en voor wie het beheerst kan deze auto ook achteruit inparkeren.’ Ja, ja daar verkoop je wel auto’s mee.Iedereen weet dat reclame over auto’s vooral gaan over de status die je ermee uitstraalt. Hippe en knappe mensen rijden in die auto. Een close-up van de achterlamp doet ons inzien hoe strak die bak is. En ten slotte wordt ons nog een glimp gegeven van een fantastisch rijk natuurlandschap, of een supersonisch toekomstig wereldbeeld met jouw toekomstige auto.

Nee, die reclamemakers zijn lang zo gek nog niet. Ze vallen goed op en dat scoort. Ze spelen in op onze verlangens, behoeften en vergroten die verlangens uit. Opvallen om te scoren, een beproefde reclametechniek.

Jezus valt op maar schrikt af

Maar bij Jezus werkt deze basisregel voor marketing niet! Het wonder dat Jezus doet, roept precies de tegenovergestelde reactie op. Jezus roept verbijstering op en grote angst. Na de wonderbaarlijke visvangst valt Petrus voor Jezus neer en verzoekt hem dringend te vertrekken!

Lucas 5:8 NBV

Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.’

Elke marketingstrateeg zou nu aan Jezus vragen of hij wel klantenonderzoek heeft gedaan. Weet je wel wat het effect is van dit wonder?  Jezus lijkt bepaald niet de mensen voor zich te winnen! Eerlijk is eerlijk, zo op het eerste gezicht snap ik deze reactie van Petrus niet. Als wij zo op een afstandje het allemaal eens gadeslaan, zouden wij toch zeggen dat de Here Jezus deze mannen weer een glimlach op hun gezicht heeft gebracht? Jezus, alles voor een glimlach! Ik bedoel: een dag zonder vis, wordt een dag met heel veel vis. Wie had dat toch durven dromen daar in die vroege ochtend. En toch is het effect geen glimlach, maar verbijstering en doodsangst.

Om dat te begrijpen moeten we een stukje meer inzoomen op wat er gebeurde daar aan het meer van Gennesaret (ook wel het meer van Tiberias of meer van Galilea genoemd). We lezen dat Jezus naar het meer trekt met een grote stoet mensen achter zich aan. Jezus wordt min of meer gedwongen naar de kant te lopen, want de mensen zijn nogal opdringerig. Iedereen wil deze Jezus aanraken en van dichtbij zien, maar vooral goed horen, want Hij verkondigt het Woord van God. Dat hoorden de mensen best. Deze man loopt maar niet wat te bazelen, deze man verkondigt. Dit is een echte rabbi.

En in beeld verschijnen twee bootjes. De één is van Petrus, de andere van Johannes en Jakobus, twee broers. Zij waren bezig hun netten schoon te maken. Dat was niet echt een dankbare klus als je de hele nacht niets had gevangen. Het was dus een zeer zure morgen voor deze vissers. Een dag zonder inkomsten! Een slechte dag. En die dag werd er niet beter op als ze die massa’s mensen zien en de voornaamste van die groep naar Petrus loopt om zijn boot te gebruiken. Zo was je vissersboot al vrij nutteloos, en nu wordt het ook nog eens omgetoverd tot preekstoel. Dat kan er ook nog wel bij. En Jezus preekt vanuit zijn preekboot en stuurt de mensen na zijn preek weer weg. Daarop zegt hij tegen Petrus: vaar naar het diepe en gooi je netten uit.

Wat een vraag! Die durft wel hé!

Je moet je bedenken dat het ambacht van de visserij van generatie op generatie werd doorgegeven. Dat gebeurt vandaag nog maar toen had je helemaal geen apparaten om de vis voor je te zoeken. Geen radar, geen sensoren, geen automatische netten. Alles deed je op een goed aangeleerd gevoel en alles deed je met handen. Het was zwaar werk. En dan zegt deze Jezus dat jij je netten moet gaan uitwerpen nadat je een hele nacht bot gevangen hebt? Je snapt heel goed wat Petrus zegt.

Lucas 5:5 NBV

Simon antwoordde: ‘Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als u het zegt, zal ik de netten uitwerpen.’

Het is alsof Petrus zegt: als u erop staat zal ik mijn netten uitwerpen om te vissen. Maar alleen omdat u het zegt, maar ik lijk wel gek.

Wij weten wat het vervolg is. Hij gehoorzaamt en ontdekt dan tot zijn grote verbijstering dat hij de vangst van de eeuw heeft gedaan! Zijn netten beginnen te scheuren en je ziet hem al schreeuwen over het water. ‘Hé, héhee: Johannes, Jakobus, hierheen, ik ga dit niet in mijn eentje redden.’ En zelfs met een tweede boot dreigen beide boten nog te zinken. Je zou kunnen zeggen: Jezus schenkt hen zoveel overvloed aan vis dat precies die twee boten het aankunnen. Maar dan ook net!

En dan snap je misschien wel de reactie van Petrus en van de andere twee. Ervaren vissers vingen bot en dan stuurt deze rabbi Jezus je het water op en vang je zo gigantisch veel vis, dat je nog maar net kan verwerken. Het is alsof er een kwartje valt bij Petrus. Had hij zoeven nog naar zijn preek geluisterd en was hij wellicht onder de indruk van zijn wijsheid, nu doet hij ook nog eens dit ontzagwekkende wonder. Wie is deze man dat hij wist waar ik moest vissen? En hoe kon hij ons precies zoveel vis laten vangen dat het net paste op deze twee boten, maar dan ook echt net. Wie heeft zulk gezag?

Lucas 5:9-10A NBV

Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten.

Verbijstering want ze ervaren dat ze hier te maken hebben met de heilige God. Maar God weet alles van mij. Dit is de HEER zelf! Dat maakt hem niet zomaar bang, dat maakt hem doodsbang dat hij ervoor op zijn knieën valt om te smeken om weg te gaan! Een ontmoeting met God is ook altijd een ontmoeting met jezelf! Want voor God kan jij je niet anders voordoen dan je werkelijk bent.

We kunnen ons proberen voor te stellen hoe dat is als je voor jezelf de volgende vraag beantwoordt:

Hoe zou jij het vinden als een mens alles van je wist?

Dat hij een precieze lijst bezit met al jouw daden, gedachten en overtuigingen? Ik denk dat weinig mensen dat graag zouden willen. Er is veel vertrouwen nodig en veiligheid om alleen al aan je eigen man of vrouw alles te vertellen wat er in je omgaat, wat je ooit hebt gedaan, wat je ooit hebt gedacht.

Bij God krijg je niet de kans om stukje bij beetje jezelf bloot te geven. God ziet je helemaal zoals je bent.  God weet alles van ons. Hij weet hoe wij zijn. Petrus vat het mooi samen: ga weg van mij, want ik ben een zondig mens, Heer!

Bij God valt alle schone schijn weg. Dat beseffen we ons niet vaak, maar vele Bijbelse personen leren ons dit. Ik noem Adam die zich verstopte, Mozes die neerviel en zijn gezicht bedekte, Elia die neerviel, Jesaja die neerviel. God schrikt zondige mensen af. Als God dicht op de huid komt, als Hij zijn aanwezigheid heel voelbaar maakt, dan maakt dat mensen werkelijk doodsbang!

tot hij Zijn bevrijdend Woord spreekt

Jezus is geen slechte marketingstrateeg. Jezus weet heel goed welk effect een ontmoeting met de levende God sorteert op mensen. Daar heeft Hij al een paar eeuwen ervaring mee. Zondige mensen schrikken bij het idee dat God alles van je weet. Dat weet God ook.

God weet ook dat het terecht is. Zijn volmaakte goedheid en liefde ontmaskeren ons tekort aan liefde en goedheid. Gods aanwezigheid in je leven is een confrontatie met je eigen hart. En ieder mens weet: voor Hem kan ik mij niet beter voordoen, ik kan mijn gedachten niet voor me houden, of met een omslachtig antwoord de aandacht afleiden. En het is nog erger: ik kan me niet alleen anders voordoen, ik kan er ook niets meer aan veranderen wat ik in het verleden heb gedaan.

Hoe ervaar je dat God alles van je weet?

Wie er wel wat aan kan doen is God. En Hij wil er alles aan doen. Want Jezus draait zijn rug niet weg van de zondige Petrus. Jezus zoekt Petrus juist op:

Lucas 5:10B NBV

 Jezus zei tegen Simon: ‘Wees niet bang, voortaan zul je mensen vangen.’

Wees niet bang! Dat is de boodschap van Hem die jou heeft gemaakt, die een bedoeling met je had, die al je misvormingen kent. Dit is Gods reactie naar zondige mensen: Wees niet bang, want ik heb je lief! Dat is de toon die de muziek maakt bij God. Dat is de toekomst. Wees niet bang! Wij kunnen dankzij Jezus voor God verschijnen en alles blootgeven aan Hem. Wij hoeven ons voor Hem niet te verbergen. Wij mogen onze zonden belijden in het vertrouwen dat God vergeeft. Wees niet bang! Dat is het wonder van het evangelie. Dat is het wonder bij de visvangst.

De wonderbaarlijke visvangst was echt spectaculair, het verbijsterde de leerlingen, maar dit Woord van Jezus was nog spectaculairder: het bevrijdde zondige mensen. Dit woord verandert alles in hun leven. Hun hele Godsbeeld is door God radicaal bijgesteld. Niet dat ze eerst een fout Godsbeeld hadden, zeker niet. Petrus had gelijk: zondige mensen kunnen niet voor God bestaan.  Hun Godsbeeld klopte wel, maar God zelf laat steeds meer zien hoeveel Hij van zondige mensen houdt. God zelf is de Enige die ons het goede kan doen zien. Hij doet het. Wees niet bang! Vandaag niet, morgen niet, nooit meer.

Wat doet het met je dat Jezus vandaag verkondigt niet bang te zijn?

Is dat niet evangelie lieve mensen? Waren deze mannen niet zelf de wonderlijkste vangst van die dag?  En konden deze broeders in het geloof zo niet goede vissers van mensen worden:

Jezus is niet alleen goed in het vangen van vissen, maar vooral heel goed in het ontvangen van mensen in het huis van Zijn Vader.

Daar wordt je een rijk mens van! Maar dan moet je er eerst rijk van worden geliefden! Je kan niet mensenvissen als je nog door schrik bevangen bent. Je moet eerst zelf door Christus gevangen zijn! Gevangen voor zijn liefde. Ontdekken welk wonder het is dat onze heilige God met mij zondig mens wil samenleven! Verlangen om niet meer op de eerste Adam te lijken maar meer en meer op deze wonderlijke tweede Adam. Eerst moet ik zelf putten uit die bron, voordat ik daarvan kan getuigen naar anderen.

Jezus valt op maar schrikt af, totdat Hij zijn Bevrijdend Woord spreekt

en ons niet afschrikt maar nodigt.

Dat Woord van Jezus, mensen, dat wint mensen echt. Jezus is allang niet meer onder ons op aarde in de gedaante van een mens. En wonderen zijn een zeldzaamheid geworden. Maar wie op de reactie van de leerlingen let ziet ook in dat voor hen niet het wonder het mooiste was, maar het bevrijdende Woord. Want ze laten de grote visvangst voor wat het is.

Lucas 5:11 NBV

En nadat ze de boten aan land hadden gebracht, lieten ze alles achter en volgden hem.

Man, ze hadden daar net toch een lading vis gevangen! Dikke dagomzet. En ze laten het achter. Waarschijnlijk voor de vader van Jakobus en Johannes. Ze laten het achter! Het wonder laten ze achter zich! Waarom? Omdat ze Jezus hebben gehoord. Ze hebben de gever van al het goede ontmoet. Die is veel meer de moeite waard om te volgen dan de gaven die Hij geeft. Zijn gaven zijn goed, maar Hijzelf is nog beter.

Of zoals Psalm 63 het bezingt:

uw liefde is het hoogste goed,
dat u, o God, mij hebt gegeven,
uw trouw is beter dan het leven,
u bent het die mij juichen doet.

Ja geliefden! Dat woord, laat dat maar klinken. Dat Woord is in staat het grootste wonder te voltrekken hier in het midden van de gemeente: dat zondige en egoïstische mensen worden genezen en omarmd door de warme liefde van God en zelf ook een bron van die liefde worden. En laten wij als kerk maar niet heel spectaculair willen zijn en hip, maar laat die Woorden van Jezus maar klinken in woord en daad.  Want die bevrijden mij, die geven rust, die geven mij een nieuw perspectief. Het doet mij denken aan een nieuw verschenen onderzoek naar kerkverlating van jongeren in Amerika. Ze onderzochten welke factoren jonge mensen vasthoudt in de kerk, en het wonderlijke antwoord is: als zij zich opgenomen weten in een warme gemeenschap. Waar Gods hart dus klopt! Niet of je wat voor de jeugd doet, maar of je samen met de jeugd kerk van Jezus bent! Dat hier een gemeenschap is met allemaal mensen die de jas van Jezus hebben aangedaan. De jas van liefde, zachtmoedigheid, geduld, zelfbeheersing, vergevingsgezindheid, bewogenheid! Die jas! Dat is het allermooiste wat wij aan onze jongeren kunnen geven, het is ook het mooiste wat jongeren ons kunnen schenken. Het is kortom het mooiste om alles voor achter te laten.

Jezus nodigt je uit om voortaan zonder angst met onze genadige God te wandelen in heel je leven bij alles wat je overkomt, bij alles wat je doet, bij alles wat je denkt. Wie zo wonderlijk gevangen wordt door de liefde van God, die kan zelf ook een ontvanger/vanger van mensen worden.

Hoe kan jij een visser van mensen zijn?

Amen